De verkeersafwikkeling in Nieuwegein mag geen hinder gaan ondervinden van de ontwikkelingen in polder Rijnenburg. Verder is het nodig dat de aanhaking van het fiets- en openbaar vervoernetwerk vanuit Rijnenburg op Nieuwegein wordt verbeterd en dat de ontwikkelmogelijkheden van de Galecopperzoom niet worden beperkt. Dit heeft de gemeente Nieuwegein als zorgpunten aangeven in haar inspraakreactie op de structuurvisie Rijnenburg van de gemeente Utrecht.
Deze structuurvisie is opgesteld omdat de gemeente Utrecht vanaf eind 2013 gaat bouwen in de polder Rijnenburg, ter aanvulling op de bestaande woonmilieus.In de inspraakperiode voor de structuurvisie Rijnenburg kon iedereen reageren op de plannen. De gemeente Nieuwegein heeft inmiddels haar reactie ingediend, die zij vooraf heeft toegelicht aan de direct belanghebbende wijknetwerken (Batau-Noord, Batau-Zuid en Galecop). Naast waardering voor de ambitie om Rijnenburg te ontwikkelen tot een aantrekkelijk, landschappelijk gebied met een lage woningdichtheid, spreekt de gemeente Nieuwegein ook haar zorgen uit. Nieuwegein vindt een beperkt deel van het verkeer van of naar Rijnenburg geen probleem, maar er mag geen alternatieve route ontstaan voor verkeer dat nu gebruik maakt van de A12. De overlast die daardoor ontstaat voor de bewoners in de omliggende woonwijken is onaanvaardbaar. Nieuwegein heeft dan ook als voorwaarde gesteld dat Rijnenburg goed op het rijkswegennet aangesloten moet worden om zo het sluipverkeer door Nieuwegein zoveel mogelijk te voorkomen. Verder eist Nieuwegein dat de Heemraadsweide verkeersluw moet blijven. Er moeten ook meer fietsverbindingen naar Nieuwegein komen dan nu in de visie is voorzien.
Verder vindt de gemeente Nieuwegein de geplande openbaar vervoersvoorzieningen onvoldoende op de toekomst zijn berekend. Ze pleit ervoor om het openbaar vervoer zo snel mogelijk te laten rijden en niet pas wanneer de hele wijk gereed is. Ten slotte dringt de gemeente Nieuwegein, gezien de grote belangen van Nieuwegein, er bij de gemeente Utrecht op aan dat ze nauw betrokken blijft bij de verdere uitwerking van de Structuurvisie Rijnenburg.