De mosterd en de gedroogde tomaat geven dit stamppotje echt iets extra’s.Voor 4 personen
750 g aardappelen (ca. 12 middelmatig grote aardappelen), liefst kruimig
400 g snijbonen, vers of een zakje
1 theelepel kruiden-bouillonpoeder
1 eetlepel boter
1 eetlepel mosterd
1 tomaat
3 gedroogde tomaten
zout en pepervloeibare margarine
2 bakjes vega-knakworstjes (C1000 of Albert Heijn)
dunne reepjes kaas (even lang als de worstjes) Extra: pureestamper Schil de aardappelen en snij ze in vieren.
Verse snijbonen wassen, afhalen en in reepjes snijden.
Kook de aardappelen met een bodempje water gaar.
Kook ook de snijbonen met een bodempje water gaar, maar voeg eerst het bouillonpoeder toe.
Ondertussen de tomaat wassen en in blokjes snijden.
Doe de tomatenblokjes in een zeef zodat het overtollige vocht van de tomaat kan weglekken.
Snij de gedroogde tomaatjes in reepjes.
Giet de aardappelen af.
Giet de snijbonen af, maar vang het vocht op.
Stamp de aardappelen fijn met de boter en de mosterd en voeg zoveel kookvocht van de snijbonen toe tot een smeuïge puree ontstaat.
Stamp de snijbonen kort door de aardappelpuree.
Voeg de tomatenblokjes en de helft van de reepjes gedoogde tomaat toe en schep dit met een lepel door de stamppot.
Breng op smaak met zout en peper en strooi de resterende reepjes gedroogde tomaat over de stamppot.
Hou de stamppot even warm.
Snij de vega-knaks overlangs in.
Bak ze snel bruin in een koekenpan waarin een scheutje vloeibare margarine is verhit.
Haal de worstjes snel uit de pan en druk de reepjes kaas in de insnijding.
Leg de worstjes terug in de pan en verhit ze even tot de kaas begint te smelten.
Serveer stamppot en worstjes direct.
Lekker met (zelfgemaakte) tomatenketchup, mosterd en/of wat tafelzuur. Vegetarisch hoofdgerecht
Voorbereiden ca. 10 minuten
Bereiden ca. 40 minuten Tip
Gebruik mosterd naar eigen smaak. In dit recept is Franse mosterd gebruikt, maar grove of Hollandse mosterd kan ook heel goed. De stamppot wordt dan wat pittiger, hetgeen erg lekker is. Weetje
De Snijboon (Phaseolus vulgaris) is een cultivar van de Pronkboon (Phaseolus coccineus). Beiden behoren tot de familie van de vlinderbloemigen en hebben brede, platte peulen die fijngesneden worden gegeten, om op deze manier het aroma ten volle tot zijn recht te laten komen.
De pronkboon, ook wel Roomsche Boonkes genoemd, werd in de 17e eeuw vanuit Centraal-Amerika en Mexico naar Europa gebracht en is inmiddels, behalve bij volkstuinders, een bijna vergeten groente geworden. Zeer ten onrechte want deze, qua uiterlijk wat grovere, bonen zijn zeer smakelijk en weinig vatbaar voor ziekten en ruwe weersomstandigheden. Doordat de plant niet snel kapot waait wordt hij vanouds als windkering gebruikt voor snijbonen, augurken en vroeger ook voor tabaksplanten. Behalve de snijboon zijn de bruine boon, de kievitsboon en de sperzieboon allen cultivars van de pronkboon. Dit recept printen? Klik op het icoon hieronder.
Reageren? Klik op de rode emailbutton.