De oplettende lezers zullen gezien hebben dat de twee voorlaatste co-lumns van het scherm verdwenen zijn. Onze eigen burgervader gaf aan dat hij het minder geschikt vindt dat ik ambtenaren rechtstreeks op de korrel neem. Dat gebeurde twee keer, waarvan een keer met naam en toenaam en dus gingen ze er allebei van af. De betroffen personen kun-nen zich niet verdedigen. Alhoewel één telefoontje en wat overtuiging soms genoeg kan zijn om ook dat te publiceren. Maar ik vind dat het in-derdaad over de inhoud moet gaan.Toch kijk ik met enige vraagtekens naar het principe. Aleid Wolfsen, bur-gemeester van Utrecht, verdedigt dat zijn stad 10.000 euro uitgeeft voor drie ambtenaren die een civiele procedure aanspannen tegen een column schrijver. Zo te lezen was de man in kwestie, Kees van Oosten, volgens het AD wel zeer agressief bezig. Fout, maar ook te begrijpen wanneer u soms meemaakt hoe stroperig en ontwijkend de bureaucratie werkt. Ik ben benieuwd waar die procedure op uit loopt en of het over de inhoud of de vorm gaat.Boeiender is eigenlijk de vraag waarom wij ambtenaren niet direct “aan mogen vallen” en waarom dat altijd via het college moet. De man in Utrecht werd aangeraden om de politiek aan te spreken. Een wat zot idee omdat uitvoering van beleid tot nu toe juist geen politieke zaak is. Vraag iets over de organisatie of de ambtenaren en u riskeert een hooghartig af-houden van de boot, omdat zulke zaken collegeaangelegenheden zijn. Terecht, de raad moet zich met hoofdlijnen bezighouden.Vreemd, wanneer men weet dat onze eigen burgervader, en recentelijk ook onze Commissaris van de Koningin, stellen dat de politiek in de stad bezig moet zijn, waar het vaak om allerlei details gaat. Het stellen van vragen daarover aan het college verwordt regelmatig tot een nietes / welles aangelegenheid. Daarbij houdt het college meestal vol dat “een en ander” correct gedaan wordt. De klacht is dan niet terecht of misschien een klein incident, dat uiteraard later verholpen zal worden. Veel verder komen we dan niet.Blijft de vraag of het college inderdaad altijd het aanspreekpunt moet zijn. De wethouders, afhankelijk van persoonlijke bagage en kennis van werken met complexe problemen en dito organisaties, zijn in veel gevallen afhan-kelijk van hun ambtenaren. Zelf zijn ze vaak niet op de hoogte van de-tails. Wanneer ze echter goed in staat zijn om kleinigheden te onderschei-den van meer fundamentele problemen, gewoon managementkennis, zul-len ze alert reageren en ook in de gaten houden hoe er verder gecommu-niceerd wordt. Dat laatste is vaak de grootste ergernis voor mensen die vinden niet serieus genomen te worden wanneer hun vraag of klacht niet adequate behandeld wordt. Die mensen hebben geen weet van wat de gemeente dagelijks presteert. Zij kunnen meestal niet begrijpen waarom de gemeente niet reageert op hun “stoeptegel” of… vult u maar in.Eigenlijk is de vraag om direct naar de politiek, lees het college, te gaan of direct de ambtenaren aan te spreken, al dan niet via een ironische co-lumn, een onmogelijke vraag. Overigens is er best een antwoord wat in de meeste gevallen de bovenstaande vraagstelling overklast. Zorg dat er een loket is dat wel de vragen serieus neemt, adequate reageert en in staat is om naar aanleiding van vragen inderdaad actie te laten nemen.Al is het maar een briefje dat het hoe en waarom van de situatie en de be-dachte oplossing aangeeft. Daarna wel zorgen dat er ook conform gehan-deld wordt. Zo neem je de inwoners serieus en dat zou wel eens de sleutel kunnen zijn voor een trotse stad met trotse inwoners.Hoe zoiets moet? Ach waar een wil is, is een weg. En zoniet zijn er be-slist een paar raadsleden die het wel eens willen uittekenen.