Verleden week schreef ik u over de zeven magere jaren die onze gemeente tegemoet schijnt te gaan. Er blijken nu gegevens te zijn die mijn mening toch kunnen veranderen. Ten eerste was er gisteren een commissievergadering met informatie over de activiteiten rondom het bestemmingsplan van de binnenstad. Ook was er een bijeenkomst georganiseerd over allerlei aspecten die in de realisatie van de binnenstadsplannen meespelen. Met de verantwoordelijke ambtenaren praten bleek weer verhelderend te zijn. Ook blijkt dat diezelfde ambtenaren meer aan communicatie moeten doen. Immers een ietsje extra uitleg geeft veel en begrijpelijke informatie. Iets wat naar de inwoners van de stad niet altijd goed wil lukken. Communicatie afdeling sla uw slag!Leuk was ook de aanwezigheid van de verantwoordelijke wethouder, de heer Lubbinge, die actief meekeek en meedeed wanneer dat zo uitkwam. Ongetwijfeld heeft ook hij weer dingen geleerd. Mijn zorgen over de binnenstad zijn verminderd. Echter ze zijn nog steeds groot. Want als alles geregeld is en we vergunning krijgen om aan de slag te gaan, hangt het groene licht toch nog af van allerlei commerciële partners, die hun eigen agenda en contract hebben. Dus het is te vroeg om te juichen zelfs al zouden we ondanks fijn stof enz. toch het bestemmingsplan goedgekeurd krijgen.De tweede reden om mijn mening te veranderen komt uit het jaarverslag 2005. Daar staan zaken die duidelijk schijnen te maken dat magere jaren gewoon niet nodig zijn. Het lijkt op een Tom Poes-achtige list. Onder het resultaat grondbedrijf wordt uitgelegd dat er ‘parameters contante waarde berekening’ zijn. Hierbij worden verschuivingen van kosten en opbrengsten over de totale project periode gecalculeerd en teruggerekend naar het prijspeil per 1 januari van het betreffende jaar. Alleen al qua inflatie noodzakelijk, laat staan wanneer marktomstandigheden ook nog veranderen.De afgelopen jaren ging men uit van kosten en opbrengsten die jaarlijks 2,5 % zouden stijgen en van 5,5 procent rentekosten.. Wanneer je dat gaat veranderen, kunnen er vooral bij grote projecten, zoals Vreeswijk en de Binnenstad, significante verschillen optreden. In het jaarverslag geeft men een voorbeeld over het Klooster waar door omstandigheden nadelen ontstonden van meer dan 3.9 miljoen €. Gewijzigde parameters zorgen echter dat het complex € 1,2 miljoen positief sluit.List? De openhartigheid van de informatie is verbazingwekkend gezien de mogelijke consequenties. Immers een beetje foute parameters en we beginnen aan een nieuwe bezuinigingsronde of het tegenovegestelde. De gemeentelijke organisatie heeft volgens het jaarverslag bijna een jaar lang gewerkt aan een ombuigingsprogramma met organisatie- en beleidswijzigingen om efficiënter en zuiniger te werken. Het was zo veel dat allerlei taken niet uitgevoerd konden worden. Dat bezuinigt theoretisch dan een paar ton en tenslotte blijkt dat en beetje parameters herijken voor het klooster alleen 5,1 miljoen opbrengt! Dat betaalt uiteindelijk aardig wat bezuiniging. Nog wat grote projecten om ‘parameteren’ en je hebt heel Nieuwegein Kiest niet nodig.Wetende hoezeer de organisatie zich begrotingstechnisch tracht te beschermen tegen onverwachte tegenvallers, ook in die grote projecten, en u begrijpt dat die zeven magere jaren misschien alleen maar een boekhoudkundige fatamorgana te zijn. Of dat de magere jaren kan tegenhouden? Wij weten het nog niet. Een feit is dat soms in plannen de parameters en resultaten ook gebruikt werden om een beoogd doel te bereiken. De vraag is hoeveel risico daarbij genomen is!