Het verkopen van afzuiginstallaties, lampen of ventilatoren is in Nederland uiteraard niet illegaal. Maar als de verkoper “ernstige vermoedens” heeft dat de koper van plan is om met deze spullen een professionele hennepkwekerij te beginnen, wordt het een ander verhaal. Schrijft Evie Westland voor RTV Utrecht.

Volgens het Openbaar Ministerie was dat het geval in Nieuwegein. Door een grootschalige politieactie bij twee bedrijven op de Ravenswade werd een grote hennepketen van West-Europa echter “ernstig verstoord”, zo beweert het OM. Maar is wel aan te tonen dat die bedrijven hiervan wisten? En hoe kan het OM dat strafrechtelijk hard maken?

“Dat wordt nog best een lastig kunstje”, antwoordt criminoloog Joep Lindeman van de Universiteit Utrecht. “Het is nog niet vaak op deze manier in Nederland gebeurd dat er vervolging is ingesteld tegen zo’n bedrijf. Als je alleen kunt aantonen dat deze klanten spullen gebruiken voor grootschalige wietteelt, dan heb je nog niet aangetoond dat degene die ze verkoopt daar ook van op de hoogte was.”

Om dat te kunnen bewijzen, moet het OM dus bijvoorbeeld gesprekken hebben afgeluisterd of mailverkeer waaruit dat blijkt hebben gevonden. “Misschien kan het OM een dusdanig patroon in kaart brengen waaruit blijkt dat de verkopers zich gerealiseerd moéten hebben dat de spullen waren bestemd voor een professionele hennepkwekerij”, aldus Lindeman.

EERSTE ZICHTBARE ACTIE
Het OM lijkt inderdaad te denken dat er genoeg bewijs is om deze verdachten te vervolgen. Het zou gaan om een groothandel met een omzet van 25 tot 30 miljoen euro per jaar, volgens de politie “de grootste van Nederland”. Het andere bedrijf waar de politie gisteren inviel is een growshop.

Volgens de politie is de inval het “de eerste zichtbare actie na onderzoek van ruim een jaar.” “Wij denken dat ze voor een heel groot deel West-Europa voorzien van dit soort artikelen”, zei politiewoordvoerder Bernhard Jens gisteren. “99 procent van hun klanten bestaat uit mensen die zich bezighouden met grootschalige hennepteelt.”

OPIUMWET
Het roept de vraag op: in hoeverre is een bedrijf verantwoordelijk voor wat er met de spullen dat het verkoopt gebeurt? “Dat een andere bouwmarkt, die dezelfde spullen verkoopt, niet wordt binnengevallen, betekent waarschijnlijk dat het OM niet denkt dat het personeel van die winkels kan weten of vermoeden dat de spullen die zij verkopen gebruikt gaan worden voor deze illegale praktijken”, vertelt Lindeman.

“Als jij één dag veel spullen koopt waarvan een medewerker denkt: dat zou best eens voor een hennepkwekerij gebruikt kunnen worden, dan hoeft dat er niet direct toe te leiden dat ze verplicht zijn dat te melden. Maar als jij doodleuk zegt dat je spullen nodig hebt voor de wietteelt, dan mag de bouwmarkt jou die spullen volgens de wet niet verkopen, volgens artikel 11.a van de opiumwet.”

BEPERKINGEN
Het OM is momenteel nog volop bezig met het onderzoek naar de twee bedrijven. “Het OM heeft al behoorlijk veel naar buiten gebracht, zeker als je je bedenkt dat de verdachten nog in volledige beperkingen zitten. Best uitzonderlijk voor een onderzoek dat kennelijk zo geheim is dat de verdachten in beperkingen zitten.”

Bron: RTV Utrecht