In deel 2 schreef ik het volgende op. Wat heeft de Kanteling nu te maken met de woonservice zone? Wat is de rol van onze vrijwilligers en hoe houden we die betrokken? Wie heeft nu eigenlijk de regie over het geheel?
Eerst even het volgende. Het aantal samenwerkende organisaties omvat tevens Altrecht/Indigo, Centrum Malibaan, SBO de Evenaar en Anne van Rijncollege. Dat brengt volgens het laatste memorandum het aantal organisaties op elf stuks. Dat vraagt om heel wat coördinatie.
Ondertussen, pratend met mensen die vroeger in allerlei netwerken actief waren, blijkt dat we ooit activerend huisbezoek deden en er een vangnetorganisatie bestond. U raadt het al. Die eerste activiteit ging erom mensen niet te laten vereenzamen en te betrekken bij activiteiten. De tweede activiteit trachtte mensen die op het verkeerde spoor beland waren, met behulp van allerlei instanties te helpen. Tot aan de politie deed daaraan mee. De vraag is waarom we daarmee gestopt zijn. Ook voor de komst van de WMO en de Kanteling waren er al mensen die een extra duwtje in de rug goed konden gebruiken.
Of de Kanteling iets met de woonservice zones te maken heeft? Ja in aanleg is er een plan en zouden er drie zones zijn die al “draaien.” Nee want het is maar de vraag of de woonservice zones het antwoord zijn op de problemen die er op ons afkomen. Zo geeft de woonservice zone geen antwoord op de vraag hoe we de mensen, die straks hulp nodig hebben gaan ontdekken en gaan helpen. Zorg op maat is goed maar toch maar een deel van het antwoord. Immers die zorg is misschien nog lang niet nodig wanneer we de mensen kennen en ze helpen door ze te betrekken bij wat er speelt in hun buurt. Evenmin wordt de vraag beantwoord hoe, bij een groter aantal “klanten” en een gelijk blijvend budget, de noodzakelijke professionele hulp voorhanden blijft. Tenslotte is er de vraag waar die vrijwilligers zijn die extra hulp en aandacht kunnen verschaffen.
Dat laatste is en blijft een probleem. Recentelijk werd er door onze bibliotheek een bijeenkomst gehouden over vrijwilligerswerk. Daarbij werd in de eerste aankondiging de vrijwilliger min of meer neergezet als een bedreiging voor de werkgelegenheid van de beroeps krachten. Wat in de discussie nog eens versluierd werd neergezet als “landjepik”. De verslaggeving over deze bijeenkomst maakte duidelijk dat de organisatoren het begrip vrijwilliger nog steeds niet in het juiste perspectief wisten te vangen. Wij zien dan ook weinig activiteiten rondom het begrip vrijwilligers, afgezien van een advertentie van Movactor die een “sociaal agoog maatschappelijke participatie” zoekt om actief burgerschap te stimuleren. Voor 18 uur in de week! Met een contract tot eind van dit jaar. Maar afwachten wat daar uit gaat komen.
Ja, inwoners van Nieuwegein de gemeente vindt dat u in uw buurt aan de slag moet. Er zijn daarvoor al systemen die met meer of minder succes bezig zijn om mensen met elkaar te verbinden en mee te laten doen. De wet schrijft immers voor dat iedereen moet kunnen functioneren en dat eerst gekeken wordt wat u zelf nog kunt of met buren en familie kunt regelen. Daarna komen pas de professionals. Maar wanneer de financiën onvoldoende zijn, wordt de rol van vrijwilligers steeds belangrijker. Mits we zorgen dat ze op de juiste manier gezocht, gevonden, opgeleid, ondersteund en gestimuleerd worden en daar hoort een kerststol bij rondom de kerstdagen en een schouder om op uit te huilen wanneer het mis gegaan is.
Tussen een gemeente die de wet interpreteert en juridisch vastlegt wat kan of moet en de professionele instanties die om de slinkende subsidiepotten dansen, zie ook nog niet de echte persoon of organisatie die het geheel gaat opzetten en uitvoeren. Een man met een goede assistent en een goede kennis van de Nieuwegeinse samenleving en haar organisaties, zou het best kunnen. U begrijpt het al. De kanteling wordt niet opgepakt en geregeld door de woonservice zones.. De kanteling moeten we zelf opvangen. Daarna zijn er vast instellingen die de lichamelijke en geestelijke zorg kunnen leveren voor die mensen die professionals nodig hebben voor de door hen benodigde hulp. Dat zo lang mogelijk vermijden door goede aandacht van de familie, de buurt, de vrijwilligers, enz. is de enige oplossing om met een relatief kleiner budget te doen wat nodig is. Gelukkig dat we in het algemeen steeds langer gezond en actief blijven.