Veel congressen en vakbladen schrijven over de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Ook instellingen en politiekpartijen maken zich druk over die nieuwe wet. U hebt er wellicht ook al van gehoord bijvoorbeeld via uw huishoudelijke hulp. Het CDA heeft in de afgelopen weken vele bezoeken gebracht aan verzorgingshuizen en seniorencomplexen om informatie te geven maar zeker ook om te horen wat onze stadgenoten voor mening en vragen hebben.Mij is uit een gesprek met de kerken en de bezoeken aan de senioren duidelijk geworden dat deze wet door een aantal mensen gezien wordt als een bedreiging en dat ze bang zijn voor bezuinigingen van de gemeente. Dat heeft mij doen besluiten dit stukje te schrijven voor u in de hoop dat deze bijdrage wat meer duidelijkheid kan geven.De nieuwe wet gaat de Welzijnswet, de Wet Voorzieningen Gehandicapten en delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vervangen. De wet gaat waarschijnlijk in op 1 juli 2006. Maar dat is nog niet zeker. Het wetsvoorstel is nog in behandeling in het parlement. Toch zijn wij in hier in Nieuwegein al begonnen met de voorbereidingen omdat de invoering van de WMO een ingewikkelde operatie is waarbij we onze stadgenoten actief willen betrekken.De WMO is een landelijke wet waarbij gemeenten mogelijkheden hebben om binnen de landelijke richtlijnen hun lokale accenten te leggen. Ik wil de WMO zeker niet aangrijpen om te bezuinigen; integendeel zou ik bijna zeggen. Ik zie de komst van de WMO als een wet die we tot een kans moeten maken voor onze stad om zo te kiezen voor een stad met een sociale samenleving en betrokkenheid.Als ik naar de toekomst kijk zie ik een steeds grotere groep mensen met een zorgvraag zonder dat daar een toename van professionele handen aan het bed tegenover staat. Ook de gezinsgrote neemt af waarmee de mogelijkheid tot hulp uit de directe familieomgeving minder wordt. Als we verder kijken dan de dag van vandaag, moet u met mij tot de conclusie komen dat vrijwillige inzet en versterking van onderlinge betrokkenheid geen mode termen zijn, maar noodzakelijk om de samenleving ook voor onze kinderen en kleinkinderen leefbaar te houden.De WMO moet het wat mij betreft mogelijk maken dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven (wonen) met of zonder aanpassingen en voorzieningen. Het is de bedoeling dat iedereen kan meedoen in onze samenleving: jong, oud, ongeacht maatschappelijke of economische positie, gehandicapt en niet gehandicapt. Meedoen dus van álle burgers aan álle facetten van de samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen.Het uitgangspunt is dat mensen primair zelf verantwoordelijk zijn voor hun welzijn en daar zonodig ondersteuning bij krijgen van familie, vrienden, de buurt of de kerkgemeenschap. De overheid zal er zorg voor moeten dragen dat de randvoorwaarden aanwezig zijn voor inwoners en kerken zodat zij klaar kunnen staan voor de medemens. En natuurlijk zal de gemeente moeten zorgen voor de noodzakelijke professionele vangnetvoorzieningen.Met marktwerking voor de inkoop van professionele zorg moet mijns inziens zeer voorzichtig omgesprongen worden maar we moeten het ook niet geheel van ons houden. Er zullen dus heel duidelijke prijs/kwaliteitseisen moeten komen. Voorzieningen zullen voor iedereen bruikbaar, toegankelijk en bereikbaar moeten zijn.Bij verantwoordelijkheid nemen als burger hoort ook keuzevrijheid. U zult dus de keuze tussen een PGB [Persoonsgebonden budget] en zorg in natura aangeboden moeten krijgen wat mij betreft. Ook zullen er levensloopbestendige woningen aan de woningvoorraad toegevoegd moeten worden. Tot slot wil ik u er op wijzen dat u van de gemeente mag vragen dat er bij ingang van de wet een loket voor alle WMO zaken ingericht is. Voor reacties, vragen en of zorgen sta ik altijd open.Carla BreuerWethouder Welzijn en Volksgezondheid(NB dit stukje treft u ook aan in het kerkblad)