Door de regen en het stijgende waterpeil van de Rijn heeft West-Nederland geen extra zoetwater meer nodig uit het midden van het land. De speciale maatregel waardoor de drie waterschappen in het westen extra zoetwater kregen uit het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek is daarom vandaag stopgezet. Ook andere droogtemaatregelen zoals extra pompen zijn niet meer nodig, meldt het Hoogheemraadschap van Rijnland.
West-Nederland heeft in tijden van droogte snel last van verzilting (het geleidelijk toenemen van het zoutgehalte in het water). Dat komt doordat de grote rivieren dan te weinig water naar zee afvoeren om de instroom van zout zeewater tegen te houden. Als de verzilting de inlaatpunten voor zoetwater zoals bij Gouda dreigt te bereiken, wordt de Klimaatbestendige Water Aanvoer (KWA) ingeschakeld.
West-Nederland krijgt extra zoetwater tegen verzilting
Rijkwaterstaat stelt dan water uit het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek beschikbaar dat hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in Utrecht via een heel stelsel van stuwen en gemalen naar West-Nederland transporteert. Op die manier moet de verzilting van met name de Hollandsche IJssel, die van Nieuwegein naar Nieuwerkerk aan den IJssel loopt, worden tegengaan. De KWA stond sinds 12 juli aan.
Ook andere waterschappen in Nederland zeggen dat ze stoppen met extra droogtemaatregelen. Sproeiverboden blijven nog wel overal van kracht, omdat de grondwaterstand nog niet voldoende is hersteld. Sinds eind juni geldt er voor veel Utrechtse boeren een sproeiverbod.