Als de herfst is ingevallen in Piemonte, zie je de natuur gewoon veranderen. Er komen huisjes en schuurtjes te voorschijn waar wij het bestaan niet van wisten. Ja, de bladeren vallen van de bomen. Maar de ongereptheid en schoonheid verbazen ons nog iedere dag. De verbouwing verloopt redelijk voorspoedig. Alle binnenmuren zijn nu schoongemaakt en opnieuw gevoegd en het is nu half november. Ook zijn de vloeren verstevigd, er is beton gestort en de badkamers krijgen vorm. Het weer is nog steeds prima voor de tijd van het jaar. En omdat we overdag nu wat meer tijd hebben voor onszelf gaan we regelmatig op pad om mooie foto’s te maken. Na een ritje van ca. 15 minuten kom je bijvoorbeeld hoog op een heuvel en als het dan helder is kun je vreselijk ver weg kijken. Als je de kaart van Italie voor je haalt kun je zien dat Piemonte aan de linkerkant, onderkant en bovenkant omgeven is door een groot alpen-keten. Het begint bij de Ligurische kust en gaat boven Turijn langs, richting Zwitserland. Dit spectakel is dus bijna helemaal te zien. Vooral in de ochtend, als de eeuwige sneeuw weerkaatst in de zon. Ik weet nog wel dat ik in Utrecht vanaf de Dom ver kon kijken, ik zag Houten en Westbroek liggen, maar dit zijn afstanden voorbij de 100 km. Prachtig. Het mooie ook van deze streek is dat als je iedere keer verrast wordt door de uitzichten die je ziet als je van de ene berg naar de andere rijdt. Altijd anders en altijd mooi en veelzijdig. Ik verheug me al op het voorjaar, er schijnen hele velden en dalen vol te staan met rode klaprozen.Wat is nu het verschil tussen Italianen en Nederlanders. Ik heb het al over het rij-gedrag gehad, het gehaaste en watervlugge reageren van de automobilisten, maar er zijn nog wat verschillen. Zo zal een Italiaanse man altijd zijn best doen om charmant en zelfs een beetje flirterig te zijn bij vrouwen. Ook al loop je tijdens de verbouwing in de meest onflatteuze werkkleding, zij weten vaak toch een compliment te geven. Al is het maar dat je mooie handen hebt, of de kleur van je ogen. Of ze het menen is twijfelachtig, maar mijn dag is weer goed. Italiaanse mannen vinden ook dat vrouwen niet kunnen autorijden. Italianen hebben, hoe arm ze ook zijn, de nieuwste mobieltjes, en lopen ook de hele dag te bellen. We hebben eens in een eetgelegenheid vreselijk gelachen omdat er twee vriendinnen zaten te lunchen en voortdurend zaten te bellen. Na een aantal woorden met elkaar te hebben gewisseld, ja hoor, hup telefoontje pakken en snel bellen. En dat de hele tijd. Ook een verschil met Nederland is het hoge ‘watjes’gehalte dat de kinderen en ook de mannen opgelegd wordt. Er gaat geen kind met de fiets, terwijl er op de comuniale wegen goed te fietsen is. In september lopen de kinderen al met dikke jassen, slawls en handschoenen terwijl onze zoon nog in een spijkerjasje loopt. Als het een beetje regent word er niet getraind met voetballen, nee want dan wordt je ziek. En dan is er nog het föhn-verhaal.In de kleedkamers van sportverenigingen hoor je geen stemmen maar föhnen. Met nat haar naar buiten? Uit den boze. En dan de eetgewoontes. Hier hebben ze bij ontbijt vaak eigengemaakte taart of wat beschuit. Het middageten is bijna altijd warm met altijd pasta en brood erbij. Dat brood soppen ze dan in de Sugo, dat is een soort tomatenketchup. En s’avonds houden ze het matig met wat brood of soep en dolce toe. Dat is pudding of fruit met siroop. Altijd water en wijn vanaf het ‘pranzare’, en na het avondeten een hele sterke koffie, café ristretto met wat sterks erbij. Italianen hebben ook de gewoonte om van alles te beloven en dat dan niet te doen. Na een gesprek zal een Italiaan snel zeggen "ik zie je morgen", of " ik bel je morgen", of "volgende week kom ik langs", maar negen van de tien keer doen ze dat niet. En natuurlijk hebben ze hier geen rookworst, filet americain, tompoucen, en als je hagelslag of pindakaas wilt betaal je zo 4 euro voor een potje of pakje. Verder zijn er hier eigelijk niet zo veel verschillen meer, de mensen zijn hier net zo aardig als in Nederland.De dagelijkse boodschappen zijn over het algemeen net zo duur als in Nederland, hoewel vlees hier heel duur is. Brood daarentegen is weer goedkoop, en er is ook geen statiegeld hier, de lege plastic flessen gaan massal in de plastic bakken die overal in het dorp staan. Er komt hier ook geen vuilisman, ieder dorp heeft diverse containers staan, en we gaan dan ook regelmatig naar beneden om ons eigen afval daar te deponeren. Je gaat dan wel opletten met wat je weggooit, want het is best veel als je niet uitkijkt. Maar per 1 januari krijgen we een ‘compostiere’, een soort bio-bak waarin we ons onvoorbereide etensafval in kunnen doen. Ik moet me daar nog helemaal in verdiepen, heb daar nog nooit mee gewerkt. Nou, tot volgende week,