Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?

De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?

‘Grassen zijn waarschijnlijk de belangrijkste planten die wij als mensen kennen, en dat geldt ook voor vogels en zoogdieren voor zover het niet uitsluitend vleeseters zijn.  Waarvan akte’ aldus Udo.

Udo: ‘Grassen zijn als plantensoorten heel herkenbaar. Daar gaan we het niet over hebben, al zijn er ook schijngrassen. Er zijn enorm veel grassoorten en elk van deze planten hebben een of meer eigenschappen die betekenis hebben voor mensen, ten goede of ten kwade. De voor mensen belangrijkste goede eigenschappen vind je bij de graan- en de bamboesoorten.’

‘De graansoorten en daarvan de zaden vormen voor ons het meest belangrijke voedsel en bamboe, als enig grastype houtachtig èn taai en zo groot, dat er emmers van worden gemaakt maar ook steigerhout, parket, meubilair, kleding (!), en verdere veel houtige toepassingen. De graansoorten blijven als onze voornaamste voedselbron de belangrijkste (Tarwe voor brood).’

‘Ook voor talrijke dieren is gras voedsel, en als het vee betreft is dat raaigras en daarvan de soort Engels raaigras. ”Engels” raaigras is het belangrijkste “voedselgewas” voor ons vee en voor veel dieren die (nog niet) als vee gehouden worden. Ook mais is een voedselgewas voor vee (de gehele plant boven de grond) naast de maiszaden die gekookt en gepoft, of tot meel gemalen de basis vormen voor veel gerechten, van pudding tot groente.

‘Een grassoort die (vroeger veelvuldig) werd (en nog steeds wordt) toegepast als dakbedekking is riet. Rietstengels hebben  een lengte van  ongeveer 2,5 tot 3 m en is in gedroogde vorm hard en vrij breekbaar.’

‘Een heel andere betekenis heeft gras als sierplant. Zodenvormend gras, zoals het genoemde raaigras, wordt ook toegepast als in gemaaide toestand beloopbaar gras in velden en gazons. In pollen groeiende grassen worden toegepast als borders of bij zeer grote grassen (bijv. Reuzenpampasgras)  als zeer dominerende “versiering” meestal in een hoek van een tuin.’

‘Er zijn veel grassen in Nieuwegein die voor mensen weinig betekenis hebben tenzij zij zich manifesteren als onkruid. Een deel daarvan is afkomstig uit Zuid Europa maar vingergras is afkomstig uit  Noord-Amerika. Hier groeit het overal, tussen stenen, in de rand van plantsoenen en soms in een tuin.’