Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. ‘In de wereld van de kleine beestjes hebben veel van die beestjes geen Nederlandse benaming. Logisch, het zijn er zó veel’ aldus Udo.
Udo: ‘In de wereld van de kleine beestjes hebben veel van die beestjes geen Nederlandse benaming. Logisch, het zijn er zó veel. Dus hebben de beestjes waarvan bekend is dat ze in Nederland voorkomen wel een soortaanduiding, (een Latijnse familienaam en een soortnaam), maar daar moeten ze het mee doen.’
‘Neem nu de spinnendoders. Daarvan zijn zo’n 65 soorten bekend in ons land. Met spinnendoders worden wespen bedoeld die doorgaans zwart zijn, of zwart met wat rood en soms ook nog witte strepen en/of witte vlekjes op hun gezicht. Spinnen leven van insecten en spinnendoders leven van spinnen. De meeste hebben geen Nederlandse naam. Een enkele heeft wel een naam, zoals de tuinspinnendoder.’
‘De tuinspinnendoder is pikzwart met wat rood op lijf en poten, het kan niet algemener bij spinnendoders en als u zo’n spin ziet in de tuin is het echt niet zeker dat het een tuinspinnendoder is.’
‘Ook een veel in de tuin geziene spinnendoders is de koolzwarte spinnendoder. Alias metselspinnendoder. Alias glasvleugelspinnendoder. Alias urntjesspinnendoder. Dus als u een geheel zwarte wesp ziet, nerveus ronddarrend in tuin of plantsoen: maak maar een keus. Hoe moet het nu als de entomologen besluiten om alle Nederlandse spinnendoders van een naam te voorzien? Krijgen dan alle spinnendoders ook drie aliassen? Ingewikkeld ……’