Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. ‘Ik houd het nog even bij wilde planten. Deze keer wat ooievaarsbekken (geraniums)’ aldus Udo.
Udo: ‘Als u een vensterbank vol knalrode geraniums heeft, dan weet u vast wel dat het eigenlijk geen geraniums zijn maar pelargoniums, van tropische oorsprong. Als u toch echt denkt dat het gewoon geraniums zijn kunt u er even aan ruiken: de hele plant heeft een onaangename geur, ze stinken. Geraniums stinken niet.’
‘De Nederlandse naam voor geranium is ooievaarsbek. Elke bloem heeft een snavelvormige zadendoos in het midden in de vorm van een (micro) ooievaarssnavel en heeft maar weinig of geen waarneembare geur.’
‘Ooievaarsbekken zijn in heel Europa te vinden. In Nieuwegein komen zo’n 10 tot 14 “wilde” soorten voor met minstens evenveel verwilderde buitenlandse soorten. Buitenlandse soorten zijn doorgaans “grootbloemig” t.o.v. de Nederlandse.’
‘Een bijzonderheid van de Nederlandse soorten is dat zij veel mooie maar kleine bloemen hebben en in bladvorm nogal kunnen variëren.’
‘De kleur van de bloempjes varieert van blauw tot roze: de grootste zijn die van de bermooievaarsbek en de kleinste bloemen heeft de kleine ooievaarsbek.’