Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website.
Deze week: ‘Over bijen raak je niet snel uitgepraat. Zoveel soorten, allemaal even nuttig en mooi. Maar ook zoveel belagers… Daar gaat het deze keer over’ aldus Udo.
Udo: ‘Bijen, zowel wilde als honingbijen, kunnen belaagd worden of zijn door allerlei parasieten. Dat kunnen parasitaire insecten zijn, zelfs parasitaire bijen, maar ook meerdere soorten mijten, die meestal gericht zijn op één of enkele (wilde) bijensoorten.’
De meest opvallende parasieten zitten op de bijen zelf. De bijen kunnen dan dienen als tramsportmiddel en als voedselverschaffing. De meest bekende mijten zijn varroamijten, die doorgaans parasiteren op honingbijen. Ze zijn zichtbaar op de bijen door hun grootte (tot 1,5 mm)zijn knalrood en zijn de schrik van imkers. Op wilde bijen kunnen andere soorten mijten zitten, die zijn vooral schadelijk en zichtbaar op metselbijen.’
‘Vooral metselbijen nestelen in bijenhotels, zodat daar meerdere metselbijen bij elkaar zijn. Soms zitten er maar enkele mijten op een metselbij, maar de bijen die gebruik maken van bijenhotels kunnen vol mijten zitten en dat is meestal funest voor die bijtjes. Ze drogen als het ware uit of zitten zo vol met mijten dat ze niet meer kunnen vliegen.’
‘De metselbij op de foto was een gehoornde metselbij, de parasieten waren mijten van de soort Chaetodactylus asmiae. Zij zijn nog geen mm groot en lijken wel wat op een zeester in mini microformaat.’