Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. ‘Door al dat water van de laatste tijd groeien de planten tot ongewone hoogten, maar ik heb tot nu toe nog niets nieuws gezien in mijn omgeving. Met de beestjes is het anders. Het zijn er niet veel, maar elke week vind ik wel weer iets nieuws, zoals het hottentothaantje‘ aldus Udo.
Udo: ‘Toen Vreeswijk en Jutphaas in 1971 werden samengevoegd tot Nieuwegein, waren er voornamelijk drie soorten bomen die het landschap minder eentonig maakten: allerlei wilgen, Canadese populieren en zwarte elzen. De wilgen stonden verspreid over heel Nieuwegein of leefden een afgestompt bestaan in grienden en langs sloten, de populieren stonden langs wegen of in populierenbosjes en de zwarte elzen stonden in en om drassige bosjes op plekken die als griend teveel van het goede zouden zijn of ook wel keurig in de rij als elzenhaag.’
‘Het elzenhaantje is een veel gezien blauw bladkevertje. Het eet als zwarte larve en als blauwe kever bij voorkeur elzenblad, maar desnoods ook wilgen- of populierenblad of andere soorten blad. Dat elzenhaantje heeft een veel gelijkende naamgenoot: het kortsprietelzenhaantje.’
‘Het is zo goed als vanzelfsprekend dat de naam van het elzenhaantje is ontleend aan een els, minder vanzelfsprekend is de naam hottentothaantje, een iets kleiner kevertje dan het elzenhaantje en met een grote gelijkenis in uiterlijk. Maar, hottentot? Wie noemt nu een kever naar een volksstam?’