Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. ‘Het houdt niet op: In de afgelopen dagen heb ik op één dag in anderhalf uur 3 nieuwe vondsten gedaan. Niettemin zijn er dit jaar, tot nu toe, weer minder beestjes waar te nemen dan ooit. Ik hoop maar dat dit een plaatselijk verschijnsel is. Zelfs vliegen lijken zeldzamer te worden…‘ aldus Udo.
Udo: ‘Gewone sluipwespen: Daarvan vind je er honderden nee duizenden verschillende in ons land. Over het algemeen zijn het opvallende insecten met een langgerekt uiterlijk, lange sprieten en de vrouwtjes zijn aan het eind van hun achterlijf voorzien van een legbuis voor het deponeren van de eitjes. De basiskleur is zwart, versiert met kleurige, vaak rode vlekken. Omdat er zoveel soorten van zijn is het determineren, laat staan herkennen niet zo eenvoudig. Het lukt niet altijd, en er wordt dan voor gekozen alleen de geslachtsnaam te vermelden met daarachter spec. (soort). Soms is dat nog teveel gevraagd, bijvoorbeeld als zelfs de geslachtsnaam niet bepaald is kunnen worden. Natuurlijk speelt dit vooral als er slechts één of meer foto’s gemaakt zijn.’
‘En zo komen wij bij het geslacht hoplismenus, en daarvan de soort bispinatorius, want daarvan kwam ik er enkele dagen geleden een tegen in mijn achtertuin. Het beestje heeft in Nieuwegein mogelijk nog twee dubbelgangers, bidentatus en terrificus.’
‘Het is dus bispinatorius, en toch maar een gewone sluipwesp. En nee, geen Nederlandse naam voor handen. Het is immers maar een gewone sluipwesp?’