Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. ‘Deze keer zijn de steltvogels van Nieuwegein aan de beurt. Ze zijn eigenlijk aan iedereen bekend, maar wel op een afstand. Van dichtbij zie je dingen die je niet zo snel vermoedt op een afstand, bijvoorbeeld dat een blauwe reiger een baard heeft. Dat is geen mop met een baard.‘ aldus Udo.
Udo: ‘Reigers hebben enorm lange poten en daarom worden ze steltvogels genoemd. Op hun lange stelten wonen ze al heel lang in Nieuwegein en met hun lange snavels vangen ze vis, of ook wel waterratten of andere beestjes die ze door hun rekbare strot kunnen persen. Echte roofvogels dus.’
‘Nog niet zo lang geleden werden er nestpalen voor ooievaars geplant en ja hoor, jonge ooievaars van elders maakten daar dankbaar gebruik van en brengen nu in voorjaar en zomer hier hun jongen groot en zijn daarmee de tweede soort steltvogels in Nieuwegein. Ze zijn geen familie van de reigers en zoeken hun voedsel niet bij de waterrand of in het water maar vooral in het (niet gemillimeterde) gras. Kikkers, mollen, muizen, regenwormen, allerlei wat grotere insecten en jonge vogeltjes eten ze, maar daarvoor moeten ze meestal buiten Nieuwegein op jacht. Het zijn ondertussen de meest gefotografeerde vogels van Nieuwegein dus ik beperk mij tot de reigers.’