Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. ‘Eigenlijk vind ik zo´n foto met daarop 12 fotootjes samengeperst teveel van het goede. Door mij te beperken tot de kroonblaadjes van de bloemen blijft het toch herkenbaar, hoop ik‘ aldus Udo.
Udo: ‘Bloem- of kroonblaadjes heeft vrijwel elke bloem. Bloemblaadjes hebben één of meer kleuren maar uiterst zelden groen. Zij vormen de omlijsting van het hart van een bloem, dat bestaat uit een stamper, omringd door meeldraden. Soms zijn er mannelijke en vrouwelijke bloemen of zelfs planten met alleen mannelijke of vrouwelijke bloemen.’
‘De bloem als geheel staat op een vruchtbeginsel, waarop de meeldraden rond de stamper staan. De meeldraden hebben aan de top een stuifmeelpakketje dat bij aanraking door een insect uiteenvalt en “verstuift”. Vrij veel bloemen zijn in het hart een samenstelling van tientallen minibloemjes, gezamenlijk omringd door evenveel bloemblaadjes. Ze worden composieten genoemd. Dat is globaal het principe. In de natuur zijn er enorm veel variaties op elk deel van een bloem. Dus ook op de bloemblaadjes. Die variëren in vorm, grootte, kleur en aantal, in aantal hebben bloemen van één soort plant meestal een gelijk aantal bloemblaadjes. Het aantal bloemblaadjes en/of de vorm kan een belangrijk kenmerk zijn van de soort plant. Daarvan wat voorbeelden in Nieuwegein.’