Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis? De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. ‘Dit keer een meer “klassieke” presentatie van een bladwesp, met een verhaaltje. Daar zal nog wel wat vaker voorkomen, ik vind nog steeds niet eerder gevonden soorten’ aldus Udo.
Udo: ‘Bladwespen vallen op doordat zij geen wespentaille hebben en doordat hun larven er uit zien als (meestal kleine) rupsen, die basterdrupsen worden genoemd. Er zijn in Nederland meer dan 500 soorten te vinden en veel daarvan hebben veel of weinig gekleurde vlekken op hun zwarte uiterlijk. Veel zijn iets meer dan een cm lang, maar er is bijvoorbeeld ook een kleinste rozenbladwesp van 1 x 6 mm, nog zwart ook, dus niet zo opvallend.’
‘De basterdrupsen eten blad en als het er veel zijn… Maar dat worden er al snel stukken minder, want de overal algemene zwarte wegmiertjes slepen ze naar hun nesten om op te eten. De volwassen bladwespen vangen op hun beurt weer allerlei kleinere insecten maar eten ook nectar en stuifmeel. Je ziet ze dan ook zowel op blaadjes als op bloemen, al dient het bladbezoek ook om piepkleine eitjes af te zetten. De daaruit komende rupsjes beginnen meteen aan een blad te knagen, en groeien dan ook snel tot ze hun maximale grootte bereiken, tenzij …… Dus nu weer eens een bladwesp, pas gevonden in de achtertuin en zonder Nederlandse naam. Macrophya punctualbum.’