Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis? De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website.
Udo: ‘Wantsen hebben geen mond en geen kaken. Ze moeten zich voeden met een zuigsnuit, en die steken ze bijvoorbeeld in een ander insect of in een bloem en zuigen die uit. De bloem heeft er geen last van, de nectar die wordt opgezogen is wel niet bedoeld voor uitzuigers maar alla, in het veen kijken we niet op een turfje. Met de aangeboorde insecten ligt het iéts anders. Enfin, deze keer de veldsikkelwants.’
Udo: ‘Op een bloempje in tuin of plantsoen zit soms een houtsplinter van zo’n cm lang en zo dun als een lucifer. Bij nader inzien blijkt het een miniem wantsje te zijn, met de kleur van beukenhout en een prikker op z’n kop. De naam is veldsikkelwants, al is zo’n splintertje nauwelijks te ontdekken in een veld. Maar goed, het beestje komt ook buiten het veld voor en is te zien op elke lichte ondergrond. Als het er op zit en u héél goed kijkt.’