Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis? De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website.
Udo: ‘In veel plantsoenen en tuinen staan kleine struikjes met veel gele bloempjes: de struikganzerik. Oorspronkelijk uit Zuid-Europa, maandenlang bloeiend, dat trekt enorm veel insecten. Ook allerlei wantsen, meestal piepklein maar er zijn ook grotere. Zoals de smalle randwants, een kanjer onder de wantsen. Ook uit Zuid-Europa.’
Udo: ‘Waar bloemen zijn, zijn insecten. De meeste genieten van de nectar en het stuifmeel, of ze hebben het op al die snoepers voorzien. Wantsen hebben een zuigsnuit. Daarmee kunnen ze planten “aftappen” maar ook andere insecten. Het is mij niet altijd duidelijk waar ze het op voorzien hebben. Deze smalle randwants zat op een ganzerikbloempje. Waarom? Tsja…‘