Dinsdag 19 mei was er een raadsvergadering over de Kadernota 2010. Het hield de raad van 16.00 tot 22.30 uur bezig. Verbazingwekkend voor een door de crisis tot ‘non issue’ verworden stuk. Woensdag 27 mei was er opnieuw een raadsvergadering met een redelijk gevulde agenda die van 19.30 tot 23.45 uur de gemoederen wist bezig te houden. Het was zo tezamen wel wat veel van het goede. Niet zozeer vanwege de tijd die het vergde – een raadslid moet nu eenmaal zitvlees hebben – maar vanwege het op één uitzondering na volledig ontbreken van kwalitatieve bespreekstukken. Desondanks kon de raad het voor-en-tegen-gedoe, wat het voor Nieuwegein zo kenmerkende contrast tekent tussen coalitie en oppositie, ook nu niet laten.Over de kadernota hoeft niets meer gezegd te worden. Na goed een week gaf Binnenlands Bestuur dankzij een vlijtige wethouder in Breda gegevens door, die alle berekeningen van de kadernota, zouden die daar serieus gestaan hebben, al weer overbodig gemaakt zouden hebben. Afspraken tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG in het kort) en de Staat bleken voor de gemeenten een stuk negatiever uit te pakken dan gedacht. Het zou Nieuwegein voor een aantal jaren wel eens zo’n 1,5 miljoen euro per jaar kunnen kosten. Even diep ademhalen en dan: hoe nu verder? Sowieso kan een aantal aannames, al dan niet aanwezig in een voorbereidend proces, al weer doorgestreept worden.De tweede raadsvergadering was in essentie een verdubbeling van de eerste. De non issues waren veel talrijker. Goed gediscussieerd werd er over de toekomstplannen voor de Bossenwaard met een raad die 100 procent achter het stuk ging staan. Een goed amendement, met gefundeerde redenen waarom men eventueel voor of tegen zou kunnen zijn, werd breed goedgekeurd. Het was een vreugdevol maar eenzaam hoogtepunt van twee avonden werk.U proeft een teleurgestelde ondertoon in dit stuk en dat proeft u goed. Het is namelijk jammer dat er inderdaad talrijke non issues zijn die toch breed besproken worden terwijl de kwaliteit van de stukken daar geen aanleiding toe geeft. Zo’n gebiedsvisie ‘Jutphaas Wijkersloot’ kan niet en wordt er toch doorgesleept omdat de coalitiepartijen ‘hun’ wethouder niet willen laten vallen. Het schetsontwerp ‘Centrum voor Jeugd en Gezin’ mag zelfs de naam schetsontwerp niet dragen. Het is een chaos waar nog niets in vast ligt en waar de wethouder alleen maar hoop overheen stort. Het enige is dat de toekomstige partners in de jeugdzorg van plan zijn om ‘echt goed’ samen te gaan werken. Dat betekent net als bij de gebiedsvisie nog niets concreets.Het zijn voorbeelden. De essentie van de problematiek schuilt in het goedpraten van halfzachte stukken tegen beter weten in door de collegepartijen. Fracties, die kennelijk niet begrijpen dat stevige en goed gefundeerde kritiek hulp voor de wethouder betekent. Die moet immers terug naar de staf. Met een berg ammunitie vanuit de raad heeft hij veel meer kans om de stukken te laten verbeteren dan met een halfbakken acceptatie van het stuk. Zou een wethouder aandringen op verbeteringen en strakkere aanpak, dan krijgt hij te horen dat de raad het stuk heeft goedgekeurd en dat het verder ambtelijk wel afgehandeld wordt. Kans tot verbetering verkeken. Erger nog: wanneer het college niet kritisch is en de raad ook niet, opent dit de ‘Doos van Pandora’. ‘Het wordt toch wel goedgekeurd’, wordt dan allengs het motto. En zo zijn dat gemiste kansen om te sturen, om beter te laten werken en om duidelijk te maken dat de raad niet met zwakke visies en slechte uitwerkingsperspectieven akkoord kan gaan.Dat de fractievoorzitter van een collegepartij vrolijk zijn tevredenheid uitsprak over de noodzaak om kritisch te blijven, zal in ambtelijke kringen tot heimelijk gelach geleid hebben. Zeker na deze twee raadsvergaderingen. Jammer, het zou anders kunnen.Herman Troost & Balth de Winter