Regelmatig komt het voor dat een woning moet worden ontruimd. In de meeste gevallen is er sprake van een huurachterstand en wordt de huurovereenkomst via een gerechtelijk vonnis ontbonden. De gedwongen ontruiming vindt vervolgens plaats en de deurwaarder plaatst de inboedel op straat. De gemeente Nieuwegein past bij dergelijke ontruimingen bestuursdwang toe op basis van hoofdstuk V van de Algemene Wet Bestuursrecht; op grond van de APV is het vanuit verschillende overwegingen immers verboden of ongewenst dat de inboedel op straat blijft staan. In Nieuwegein brengt dit met zich mee dat:
1. de gemeente op eigen kosten de inboedel verwijdert;
2. de gemeente de inboedel opslaat op de gemeentewerf.
De gemeente heeft retentierecht. Dit wil zeggen dat de gemeente de inboedel drie maanden mag vasthouden. Als de eigenaar van de inboedel binnen deze termijn alle kosten die de gemeente heeft gemaakt voor verwijdering en opslag van de inboedel, niet heeft betaald dan zijn er drie mogelijkheden. De gemeente kan de inboedel: 1. verkopen, 2. weggeven of 3. vernietigen.
Stadspartij PGN stelt in een brief Art. 42 RvO vragen inzake inboedel na huisontruiming.