De nieuwe wethouders werden verleden week woensdag dan eindelijk verkozen. Drie heren en vooral een dame, de enige trouwens die de volledige raad achter zich vond. Zo’n verkiezing geeft de raad de mogelijkheid om op onderkoelde wijze hun gevoelens duidelijk te maken. Zo kreeg de nieuwe D 66 wethouder, Hans Reusch veel minder dan de 32 stemmen die aanwezig waren. Die andere stemmen gingen naar mevr. Meesse en de heer Snoeren. Ook bij de VVD wethouder werd er verdeeld gestemd. Niets ernstigs overigens, alle wethouders haalde een duidelijke meerderheid. En dat bij de PvdA de heer Adriani ook 5 stemmen kreeg moeten we maar zien als koddig ongenoegen richting wethouder Lubbinge die de meest ervaren man is van het hele team.Daarnaast lag er het Collegakkoord voor elk raadslid. Netjes ingebonden, vlot geschreven, en vol goede bedoelingen. De raad gaat er in juni over debatteren. Veel valt er niet over te zeggen. Het zijn voornemens. Het borduurt verder op de is-situatie en verwacht niet van de nieuwelingen in dit nog onervaren college, dat ze nu al weten welke plannen onuitvoerbaar zijn of veel meer tijd en geld nodig hebben om uitvoerbaar te worden. In die raadsvergadering zullen de collegepartijen daar ook niet op in gaan. Ze zijn met D66 erbij juist tot elkaar gekomen om bovengenoemde discussie te vermijden.Toch mogen er hier al een paar zaken aangekaart worden. Ten eerste gaat dit akkoord niet in op enig principe of plan hoe er nu bezuinigd moet gaan worden. Dat is heel jammer want de bekendmaking van die principes zou eindelijk een stuk concrete discussie op kunnen leveren. Nu blijft het afwachten.Eén principe is er wel duidelijk gemaakt We hebben weer een collegiaal college. Waar dat was toen wethouder Johan van Everdingen opeens alleen schuldig bleek te zijn voor te brede paden en te grote uitgaven, weet ik niet. Maar al die collegialiteit is wat mij betreft een doekje voor allerlei bloeden. Immers al doende kan er niemand succes claimen en mislukkingen kunnen toch nog steeds in de schoenen van één persoon geschoven worden.Die collegialiteit moet ook blijken uit het feit dat er veel deelverantwoordelijkheid is Allerlei plannen worden door twee wethouders getrokken. De VSP heeft daar al eerder stevige vraagtekens bij gezet. Operationeel moet je namelijk altijd twee wethouders bij elkaar hebben voor elke beslissing en dan moeten ze het nog met elkaar eens zijn ook. Dat werkt niet gemakkelijk en kan tot tijdverspilling leiden. Maar het ergste is dat niemand echt honderd procent verantwoordelijk is en dan tot het uiterste gaat om zijn of haar ding geregeld te krijgen. De vorige periode leverde vele zaken op die niet af zijn.Er staat nog een weeffout in het hoofdstuk. Samenwerken. “Projectwethouderschap heeft het primaat boven het vakwethouderschap.” Dat is nu juist mijn zorg. In wezen zijn gemeentes procesorganisaties. Paspoorten, rijbewijzen, bouwvergunningen, welzijn en stadsonderhoud leveren. Lopende wetten en zaken goed uitvoeren. De regels controleren, een goede boekhouding en gedegen financieel beleid uitvoeren. Projecten zijn tijdelijke activiteit die tot doel hebben de bestaande processen te verbeteren of nieuwe zaken in te voeren. Het is de bedoeling die nieuwigheid zo snel mogelijk in de processen te integreren, zodat ze op de gebruikelijk manier mee kunnen lopen met alle andere zaken die de gemeente uitvoert. En dat zijn er heel veel. Daar heb je vakwethouders voor nodig die van de hoed en de rand weten of dat snel leren. Die werken dan met deskundige ambtenaren en al doende heeft de gemeente met haar berg kennis en ervaring ook de capaciteit om nieuwe zaken op te starten.Nu gaan we projectwethouder spelen en huren daar een aantal deskundigen van buiten voor in. Dat kan ook niet anders want we kennen, overdreven gesteld, onze vakmensen niet. Wij weten dat gebruik van deskundigheid van buiten duur is, en ook veroorzaakt dat we de deskundigheid van binnen onvoldoende ontwikkelen. Wij denken ook dat die DNA, die Nieuwegeinse Aanpak, in dit verhaal ook niet veel gaat opleveren. De hiërarchie is onderuit gehaald. De goede ambtenaren lopen misschien weg. De wethouders doen projecten en de slag van beleid naar goede uitvoering zal wel een gedeelde verantwoordelijkheid zijn. Hoe je dan moet bezuinigen is een raadsel. U begrijpt het al, we hebben een paar zorgen.