Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden gaat vanaf 1 oktober a.s. extra aandacht besteden aan het toepassen van bouwstoffen in en langs het water. Het gaat dan vooral om controle op het gebruik van grond en steenachtige materialen die mogelijk verontreinigd zijn en toegepast worden bij onder meer slootdempingen, beschoeiingen en dammen.
Bouwstoffen en grond die vervuild zijn kunnen de bodem en het oppervlaktewater ernstig verontreinigen. Daarom is van rijkswege het Bouwstoffenbesluit ingesteld. Iedereen die steenachtige materialen of grond toepast in of langs het water moet zich aan dit besluit houden. Overheden, bedrijven en particulieren gebruiken vaak grond of steenachtige materialen om werkzaamheden uit te voeren aan wegen en watergangen. Voorbeelden van steenachtige materialen zijn klinkers, beton en puin. Als deze materialen in de buurt van een watergang worden toegepast, krijgt de gebruiker te maken met het waterschap.
Het waterschap controleert of de regels uit het Bouwstoffenbesluit en de Keur goed worden nageleefd. De milieu-inspecteurs van het waterschap kunnen waar nodig een dwangsom of een proces verbaal opleggen, of bestuursdwang uitoefenen. In dat laatste geval voert het waterschap op kosten van de overtreder werkzaamheden uit om hetgeen in strijd is met de regels weer in overeenstemming daarmee te maken.
