we kregen een klein voorproefje tijdens de grote stroomstoring. er reden geen trams. en nu weer niet. de periode van de zomervakantie wordt benut om groot onderhoud te plegen. geen connexxion-trams, geen weense spitstrams, geen trams. wel bussen, die toeterend de haltes langs gaan. dat zal me een vrolijk gekwaak zijn. het is natuurlijk wel een vreemde gewaarwording. de tram, onze verbinding met de rest van de wereld, zoals ijsselstein, of verder nog, het grote utrecht, rijdt niet meer.
verdwenen trams
het was een drukte van belang
te druk, ze kwamen zelfs uit wenen
nu zijn alle trams verdwenen
’t duurt zegt men zes weken lang
ik vind het niks, dat dode spoor
‘k mis railgesnerp en belgerinkel
’t sein van ‘mee naar stad en winkel’
’t klinkt zo leeg nu in het oor
dezelfde reis, maar and’re tocht
en bussen rijden af en aan
ik heb een zitplaats opgezocht
ik kijk met weemoed naar de baan
en denk bij ’n onverhoedse bocht
‘wanneer zal daar de tram weer gaan?’
© ton de gruijter