De Rijkshulpschutsluis in Nieuwegein (Vreeswijk) blijkt een voldoende veilig onderdeel van de Lekdijk. Dat blijkt uit de resultaten van onderzoek, dat het waterschap in het kader van de ‘verlengde derde toetsing van de primaire waterkeringen’ onlangs heeft uitgevoerd.
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is verplicht om elke zes jaar te onderzoeken of de primaire waterkeringen in het gebied veilig genoeg zijn. In het gebied van De Stichtse Rijnlanden gaat het om de Neder-Rijn- en Lekdijk tussen Amerongen en Schoonhoven en om de noordelijke dijk van de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel en de Meerndijk. Niet alleen de dijk zelf wordt dan onderzocht, maar ook de ‘kunstwerken’ die zich daarin bevinden, zoals sluizen en inlaten. Die vormen potentieel zwakke schakels bij hoogwater. Het waterschap neemt hier bij hoogwater doorgaans extra maatregelen, om de veiligheid te waarborgen. De Neder-Rijn- en Lekdijk zijn namelijk cruciaal voor de veiligheid: ze beschermen bijna de gehele Randstad tegen overstromingen.
Bij de laatste toetsing in 2010 kregen de Rijkshulpschutsluis in Nieuwegein het oordeel ‘nader onderzoek’. Dit onderzoek is nu uitgevoerd en het blijkt dat de Rijkshulpschutsluis een voldoende veilige schakel is van de Lekdijk.
Overigens staat de veiligheid van de sluis in Nieuwegein zelf niet ter discussie. Het gaat bij dit onderzoek alleen om de waterkerende functie van de sluis en dus niet om de schutfunctie.
De gehele Neder-Rijn- en Lekdijk in het gebied van De Stichtse Rijnlanden voldoet nu aan de normen die het Rijk stelt. Eerder waren al maatregelen getroffen voor andere delen van de dijk, die bij de derde toetsing het oordeel onvoldoende hadden gekregen, waaronder het opstellen van protocollen voor het sluiten van de inlaat van de Oude Sluis in Nieuwegein.