Toen & Nu: ‘Het R.K. Kerkhof bij de St. Nicolaaskerk’

Deze week een foto van het kerkhof achter de St. Nicolaaskerk in Jutphaas voor de rubriek Toen & Nu. Deze foto is gemaakt in 1906 en is afkomstig uit het boekje G.W. van Heukelum. U ziet op de foto van Toen het kerkhof met duidelijk de ‘Dodenlantaarn’ centraal op het kerkhof. Nu ziet u een klein topje verscholen achter een grote groen heg. De foto van Nu is gemaakt door onze fotograaf Jordi Jupijn. Precies op dezelfde plek zo’n 120 jaar later.

Eigenlijk is er niet zoveel veranderd op het kerkhof. Het kerkhof werd in 1874 aangelegd, een jaar na de bouwaanvraag. Het rechthoekig terrein wordt aan twee zijden ingesloten door een muur en geeft hierdoor de indruk van een kloosterhof. In het midden van de noordmuur is een lijkhuisje gebouwd. In de oostelijke muur bevinden, zich naast de genoemde grafkelder van Van Heukelum, tal van gedenkstenen. Boven de hooggelegen houten deur naar de grafkelder is een natuurstenen plaquette geplaatst met opschrift: ‘Mgr. Geraldus Wilhelmus / van Heukelum / Pastoor der parochie van 6 mrt 1873 tot 30 juni 1910 / Stichter der St. Nicolaaskerk op Zwanenburg.’

Het kerkhof is aangelegd met een kruis als grondpatroon. Op de kruising van de paden staat een dodenlantaarn. Een dodenlantaarn is tegenwoordig een bijzonderheid op een begraafplaats of kerkhof, maar in vroeger jaren werd een dodenlantaarn gezien als bittere noodzaak.

De ‘Dodenlantaarn’
Door een licht te schijnen over de begraafplaats kregen dieven en andere gespuis niet de mogelijkheid om rond te snuffelen of graven te schenden. De dodenlantaarn had ook een symbolische betekenis. Enerzijds diende het licht om de duivel en zijn demonen te weren van het kerkhof, anderzijds stond het licht in de lantaarn symbool voor het licht van het geloof. De dood was niet het einde, maar een nieuw begin. Door een dodenlantaarn op het kerkhof te plaatsen maakten Van Heukelum en zijn gilde een verwijzing naar de middeleeuwen en de eeuwenoude traditie van het waken over de doden.

R.K. Kerkhof bij de St. Nicolaaskerk
Nadat de St. Nicolaaskerk aan het Kerkveld in 1585 was overgegaan naar de protestanten bleven de katholieken samenkomen in herenhuizen. In 1680 werd een schuilkerk met het uiterlijk van een boerderij in gebruik genomen, maar het zou tot 1853 duren voordat de katholieken weer openlijk hun geloof konden belijden.

In Jutphaas zou het echter nog enige decennia duren voordat de schuilkerk verruild kon worden voor een echte kerk. De pastoor van Jutphaas, G.W. van Heukelum zou hierbij een belangrijke rol spelen. Van Heukelum was aanvankelijk kapelaan van de Utrechtse St. Catharinakerk en werd aangesteld als conservator van het Aartsbisschoppelijk Museum in Utrecht. Dit museum werd opgericht om de door Van Heukelum verzamelde collectie middeleeuwse kunst te kunnen herbergen. In 1869 richtte Van Heukelum met enkele geestverwanten het St. Bernulphusgilde op. Deze vereniging probeerde bij de geestelijkheid belangstelling te wekken voor de neogotische stroming binnen het katholicisme.

In 1873 werd Van Heukelum op eigen verzoek pastoor te Jutphaas en met hulp van zijn vrienden van het St. Bernulphusgilde had Van Heukelum de mogelijkheid naar eigen inzicht een kerk te bouwen en in te richten. Al in 1875 kon de door Alfred Tepe ontworpen kerk worden ingewijd. Op 5 juli 1910 zou Van Heukelum worden begraven in het priestergraf op het door hem ontworpen kerkhof.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk