De vernieuwing van de regionale tramlijn tussen Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein die op 30 mei is begonnen en tot 21 augustus zou duren, zal minimaal vier weken langer duren dan gepland. De vertraging wordt grotendeels veroorzaakt door corona gerelateerde maatregelen. Zo kan op de bouwplaats met minder mensen bij elkaar gewerkt worden. Daarnaast kunnen internationale leveranciers niet op tijd leveren, omdat bijvoorbeeld fabrieken stil lagen door de virusuitbraak. De vervangende bussen zullen daarom ook na 21 augustus blijven rijden.
Dit meldt het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht aan Provinciale Staten over het project Vernieuwde Regionale Tramlijn. Daarnaast vraagt het college om een aanvullend krediet van 20,9 miljoen euro. Met name als gevolg van de coronacrisis valt het project duurder uit dan begroot.
Beter en sneller openbaar vervoer
Door de vernieuwing van de regionale tramlijn tussen Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein maakt de provincie het openbaar vervoer aantrekkelijker voor reizigers. Een goed OV-aanbod draagt bij aan een goede bereikbaarheid in de regio en aan een fijn woon- en werkklimaat. In december 2016 hebben Provinciale Staten besloten om de bestaande tramlijn geschikt te maken voor de nieuwe lagevloer-trams en om groot onderhoud uit te voeren op het zuidelijke deel van de tramlijn. Daarmee wordt de lijn geschikt gemaakt voor de koppeling met de Uithoflijn, zodat reizigers zonder overstappen van IJsselstein of Nieuwegein naar Utrecht Science Park kunnen reizen.
Coronacrisis
Door de coronacrisis is de fabriek in Zaragoza (Spanje) die de nieuwe trams produceert gesloten geweest tot begin mei jl. Inmiddels is de productie van nieuwe trams weer gestart maar de achterstand is dusdanig dat op 21 augustus 2020, wanneer de vernieuwde tramlijn volgens planning klaar moet zijn, hooguit tien nieuwe trams beschikbaar zijn. Om de beoogde dienstregeling te kunnen rijden, zouden dit er minimaal 14 moeten zijn. De verwachting is dat er daarom ook langer vervangende bussen moeten blijven rijden, met name op het tracé van en naar IJsselstein en Nieuwegein-Zuid.
Extra kosten
In de Statenbrief van 14 april jl. hebben Gedeputeerde Staten aangekondigd dat de kosten voor het project hoger zullen uitvallen dan begroot. De inschatting is dat de totale kosten tot 20,9 miljoen kunnen oplopen. Ongeveer driekwart van dit benodigd krediet houdt verband met de impact van de coronacrisis op de bouwwerkzaamheden, leveranties uit het buitenland en verlenging van het vervangend busvervoer. Bovendien is aanvullend budget nodig voor extra werkzaamheden. Zo is uit onderzoek gebleken dat er een damwand geplaatst moet worden ter versteviging van de trambaan in IJsselstein. Verder zijn bij een aantal haltes aanpassingen nodig om te zorgen dat de toegankelijkheid voor mindervalide reizigers verbeterd wordt. Provinciale Staten behandelen op 8 juli het voorstel van Gedeputeerde Staten over deze aanvraag voor extra projectkrediet.
Extra trams
Gedeputeerde Staten stellen daarnaast voor aan Provinciale Staten om vijf extra trams van elk 41 meter lang bij te kopen. Eerder bestelde de provincie na een aanbesteding, 27 trams van 33 meter lang en 22 trams van 41 meter lang bij de Spaanse spoorwegfabrikant CAF. Om volgens dienstregeling te kunnen rijden, zijn 22 gekoppelde tramstellen nodig van elk 75 meter lang. Met deze vijf extra trams blijven er voldoende trams beschikbaar op het moment dat er onderhoud of reparatie nodig is aan een aantal tramstellen.