Fulco theater in IJsselstein in de problemen. Merwestein in Nieuwegein in de problemen. Wanneer gaan we echt samenwerken? Publieke voorzieningen kunnen in Nederland alleen maar bestaan bij de gratie van overheidssubsidies. In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw wilde iedere gemeente, groot of klein,  voor zijn eigen burgers voorzieningen binnen de gemeente grenzen hebben. De welvaart en het toch nog gesloten karakter van die tijd rechtvaardigde die opstelling. Afstand was een ander begrip dan tegenwoordig De infrastructuur van bussen trams en auto (wegen) was niet vergelijkbaar met vandaag.En toch willen alle bestuurders nog steeds alle voorzieningen binnen hun eigen gemeentegrens verwezenlijkt zien. Het lijkt wel alsof je als politicus faalt als je voorzieningen ‘buiten de deur zet’. Angst voor de burgers, het electoraat?Iedereen heeft het kunnen lezen het Fulco theater in IJsselstein, al jaren lang overeind gehouden met gemeentelijke subsidies, stopt per september 2008. Iedereen heeft kunnen lezen dat het zwembad in Nieuwegein, Merwestein en de Pinguin, moet reorganiseren. Sluiten van het buitenbad in Merwestein en de Pinguin helemaal dicht.Is het niet zo dat we in IJsselstein een prachtig zwembad hebben en dat we in Nieuwegein een prachtig nieuw theater gaan bouwen?Zou het kunnen dat we teveel voorzieningen op een te klein gebied hebben en dat er te weinig mensen in dat kleine (gemeentelijke) gebied wonen om al die voorzieningen overeind te houden. Zou het kunnen zijn dat er een te groot aanbod is in de directe omgeving is, bijvoorbeeld in een straal van 10 kilometer, waardoor in alle gemeentes gezwoegd wordt om al die voorzieningen overeind te houden.Is het niet zo dat er kinderen uit Nieuwegein Zuid sporten bij Nieuwegein Noord, een afstand die ongeveer 5 kilometer is. Sporten we vanuit Nieuwegein niet net zo makkelijk in Utrecht of IJsselstein of nog verder weg. Gaan we niet net zo makkelijk naar het theater of bioscoop in Den Haag of Amsterdam dan dat we naar Nieuwegein of IJsselstein gaan. De disco’s waar onze kinderen hun vertier zoeken staan in heel het land. Zonder morren trekken ze daar heen.En de bestuurders maar denken dat je al die voorzieningen maar overeind moet houden voor je eigen burgers binnen je eigen landsgrenzen.Mijn stelling is dan ook dat we misschien wel teveel voorzieningen op en te kleine ruimte hebben en dat die nu en ook in de toekomst onbetaalbaar blijven, dat het denken over eigen voorzieningen een achterhaald denken is van bestuurders. Bezoekers van al die voorzieningen weten al langer beter en zoeken gewoon ergens al dan niet in hum directe omgeving naar de voorziening. Niet de afstand tot de voorziening maar het aanbod van de voorziening is de maatstaf om er gebruik van te maken.Voor de kapper ga ik naar IJsselstein, ik bezoek regelmatig de markt in IJsselstein voor een etentje met gezin of vrienden kijken we in de hele regio rond naar een gezellige accommodatie. En voor een dagje uit !!Als we nu het subsidiegeld van de gemeente Nieuwegein nu eens optellen bij dat van IJsselstein voor het exploiteren van het zwembad en dat zelfde doen voor het theater maar dan een geldstroom in omgekeerde vorm, zouden onze burgers daar niet heel blij mee zijn?Misschien komt deze gedachten gang wel te vroeg voor de bestuurders; de burgers weten allang groter te denken en kijken alleen maar met angst en beven uit naar weer gemeentelijke tariefsverhogingen of bezuinigingen op allerlei gebieden.Laat ik niet de illusie hebben dat het morgen allemaal beter wordt. Misschien dat deze stelling en gedachtegang een aanzet geeft aan de discussie van een betere samenwerking tussen gemeentes. Een samenwerking in het belang van alle burgers.Bert Quaedvlieg
Raadslid VVD Nieuwegein