Nieuwegein in perspectief,
Na de vakantie plofte er weer veel papier bij de raadsleden op de mat. Vooral de Perspectievennota met bijlagen was duidelijk aanwezig. Een helder geschreven nota als vervolg op de Bouwstenennota van begin 2007. Een nota , die uitnodigt tot lezen, die tot veel reacties leidt en zal blijven leiden. De column van collega-raadslid Herman Troost is daarvan al een eerste voorbeeld. D66 begrijpt weliswaar de kritische reacties, maar wil hier niet helemaal in meegaan. Het bezwaar, dat wij al lezende tegen deze Perspectievennota hebben, treffen wij ook aan in de wijze van kritiek van sommige collega’s. Er wordt te vroeg in details en uitgangspunten gedoken en te weinig beleidsmatig nagedacht over wat wij met Nieuwegein eigenlijk willen.
Keuze voor wat…??
De eerste nota was getiteld “Bouwstenennota”. Klonk ook al niet als een gewenst toekomstbeeld. Als men uitgaat van wel of niet aanwezige bouwstenen, sluit men een gewenst toekomstbeeld al bij voorbaat uit. Eerst met de benen op tafel brainstormen over een gewenst of gedroomd toekomstbeeld. Daarna toetsen aan de realiteit en bijstellen.
Vragen, die bij zo’n brainstorming gesteld moeten worden, zijn bijvoorbeeld de volgende: Willen wij een Nieuwegein met veel groen en/of veel water? Willen wij een samenstelling van de bevolking, zoals die nu is, of willen wij meer mensen met hogere of juist lagere inkomens? Willen wij een tuinstad, cultuurstad, onderwijsstad, slaapstad zijn. Worden we op den duur een wijk van de stad Utrecht ?
Pas als deze vragen zijn beantwoord, kunnen wij aan de hand van randvoorwaarden het realiteitsgehalte bepalen en bijstellen. De Bouwstenennota en ook de onderzoeken bij de Perspectievennota vormen hiervoor een prima fundament.
Randvoorwaarden…..
Van vandaag naar 2025 gaat wel vanzelf, maar niet vanzelfsprekend. Er zijn omgevingsinvloeden, die wij niet of nauwelijks kunnen beïnvloeden, zoals rijks- en provinciaal beleid; de expansiedrang van de stad Utrecht, zoals de ontwikkeling van de Rijnenburg met 10.000 woningen met wellicht 30.000 inwoners; de weg- en railinfrastructuur etc. Wat wij wel als randvoorwaarden in kunnen vullen is de omvang en samenstelling van onze bevolking; de verhouding tussen groen en grijs, de verhouding tussen wonen en werken in Nieuwegein in het algemeen en in de binnenstad in het bijzonder, de verhouding tussen fiets- en autogebruik, de verhouding tussen recreatie, sport en cultuur etc.
D66 vindt,
dat Nieuwegein een bruisende stad moet zijn. Bruisend op het gebied van welzijn en welvaart. Prettig wonen staat daarbij voorop. Een groene leefomgeving en korte snelle fietsroutes tussen de verschillende wijken en de nieuwe binnenstad horen daarbij. Een multiculturele samenleving met tenminste een basisschool in iedere wijk horen ook bij die bruisende stad. Evenals sportbeoefening voor iedere Nieuwegeiner.
Een goede leefomgeving vraagt een creatieve milieuaanpak gericht op het terugdringen van geluidoverlast, gericht op het verminderen van de uitstoot door bedrijven en verkeer. Kleinschalige schone bedrijvigheid versterkt de dynamiek in woonwijken.
Deze opvattingen leiden tot een beeld van de Nieuwegein in 2025. Ze leiden tot een vertaling naar woningbouwopgaven, tot een verkeersstructuur, tot een cultureel voorzieningenaanbod, tot mogelijkheden voor sport en spel.
De haalbaarheid van onze visie moet getoetst worden aan de randvoorwaarden; de uitkomst is dan de leidraad voor Perspectief 2025.
Hans Reusch
Fractievoorzitter D66 Nieuwegein