De regionale ambulancedienst RAVU en het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht en Nieuwegein gaan een samenwerking aan om verpleegkundigen in een combibaan van functie te laten wisselen. Beide instellingen willen daarmee het werk afwisselender en aantrekkelijker maken voor hun eigen medewerkers, maar in de toekomst ook voor nieuwe verpleegkundigen. Het gaat om een proef van twee jaar.
Op de foto: Ambulanceverpleegkundige Robin Heijgen (links) en bachelor medische hulpverlening Melvin Nietveld met hun geruilde tenue
De samenwerking is een voorbeeld van streven naar intensievere samenwerking in de zogeheten acute zorg. Daarin zijn ambulancedienst en de afdelingen spoedeisende hulp van de ziekenhuizen belangrijke spelers. Zo sluit de zorgverlening beter aan, als verpleegkundigen beter op de hoogte zijn van procedures en werkwijzen bij de ander. Bovendien draagt het bij aan meer werkplezier en behoud van zorgmedewerkers voor zowel het ziekenhuis als de RAVU.
Zowel het St. Antonius Ziekenhuis als ambulancedienst RAVU streven naar duurzame inzetbaarheid van verpleegkundigen. Beide partners hebben te maken met verpleegkundigen die vertrekken. In het ziekenhuis hebben sommigen behoefte aan meer afwisseling terwijl de ambulanceverpleegkundigen soms het teamwork van het ziekenhuis missen. De pilot beoogt verpleegkundigen meer mogelijkheden te bieden hun kennis en ervaring te verbreden, hun werkomgeving aantrekkelijker te maken en zo langer voor de instellingen te behouden.
Bestuursvoorzitter van het St. Antonius Ziekenhuis Luc Demoulin: ,,De overeenkomst is vooral belangrijk voor onze medewerkers. Ze hebben vaak ambitie en willen een volgende stap maken. Dit is een mooie manier om daarin te voorzien.” RAVU-directeur Jack Versluis: ,,Het is belangrijk te begrijpen wat het werk van de ander is en het gaat om regionale samenwerking. Als de proef een succes is, willen we die zeker uitbreiden naar andere ziekenhuizen.”
De ambulanceverpleegkundigen en verpleegkundigen van de spoedeisende hulp van het St. Antonius Ziekenhuis kunnen zelf aangeven of zij interesse hebben om aan de proef mee te doen. Na selectie volgt een opleidingstraject van maximaal acht maanden. Na een selectieprocedure beginnen de eerste kandidaten hier na de zomer aan en kunnen de deelnemers komend voorjaar aan de slag bij de andere zorgpartner. Ze worden dan telkens afwisselend acht weken bij de ene, dan weer bij de andere dienst ingezet.