Schrijfster Heleen van den Hoven woont al ruim dertig jaar in Nieuwegein. Onlangs kwam haar derde boek Het Tango algoritme uit. Toen haar kinderen nog klein waren, schreef Heleen De Troonladder en Losse tanden, enkele kinderboeken die spelen in de wijk Zuilenstein. Deze boeken zijn via onze webshop te koop. Voor de lezers van De Digitale Stad Nieuwegein tekent ze wekelijks haar spinsels op met haar schrijverspen. Deze week: ‘Eén grote familie.’
Afgelopen zondag was het Thrillerfestival in Zoetermeer. Ik was er nooit geweest, de afgelopen jaren waren online, maar volgens ingewijden mocht ik het niet missen. Mijn uitgever zou er staan met een stand en misschien kon ik er zelfs wel een boek signeren. Bovendien waren twee van mijn collega’s genomineerd voor prijzen. En al ben ik zelf niet het meest sociale voorbeeld, de meeste schrijvers zijn leuke mensen.
De pret begon al voordat ik goed en wel de deur van het theater en coronacontrole door was. Vlakbij de ingang kon ik kletsen met Terrence Lauerhohn, een schrijver van horror, fantasy en thrillers. Ik ken hem gewoon als Peter, de jongen bij wie ik op de lagere school in de klas zat. Een paar passen later liep ik langs de tafel waarachter Anke Verbraak en haar collega’s van uitgeverij Godijn genoten van de belangstelling.
‘Hé Heleen!’ riep Antoinette Kalkman, die ik ooit bij de Querido Academie ben tegengekomen. Nieuwsgierig liet ik mijn ogen over de boeken gaan. Het debuut van Fedor de Groot lag er, ook een Querido Academie-student. Hoewel we als schrijvers graag allemaal verschillend zijn, koesteren we toch de dingen die ons binden. De overvolle tafel van De Crime Compagnie had nog net plek voor mijn hele oeuvre.
Marion van de Coolwijk (veel meer boeken) begroette me als een oude vriendin, Loes den Hollander, die toch nerveus moest zijn vanwege de nominatie voor de Gouden Vleermuis (nog meer boeken), stond te stralen bij haar nieuwste thriller. Ik vroeg me af of het stom was als ik haar vroeg die voor me te signeren. Doe je dat onder schrijvers wel?
Aan de andere kant, voor de trap naar het theatercafé, huisden de Moordwijven, een collectief van vijf schrijfsters die elkaar in lief en leed bijstaan. Ook collega Ingrid Oonincx was er bij, genomineerd voor de Zilveren Vleermuis met haar thriller Verdwenen. Mijn collega’s doen het goed. Haar echtgenoot zette met een polaroidcamera fans op de foto met de Moordwijven, dus liet ik me overhalen om met collega Angelique Haak op de trap te gaan zitten voor een fysieke herinnering.
Waar ik bij mijn debuut nog volkomen onbekend was, bleken er nu ineens mensen rond te lopen die me herkenden. Best lastig want ik moest vele Facebookfoto’s in mijn hoofd nagaan om namen bij de gezichten te plakken. Gelukkig hoefde ik weinig te zeggen, anderen deden het voor me: ‘Ken je Heleen? Het CARPA Complot, die moet je ook zeker lezen.’ En dan schudde ik de hand van iemand die Het Tango algoritme vijf sterren had gegeven en vermaakte me prima.
Ik zag nog vele andere schrijvers, maar was te verlegen om iedereen aan te spreken. Johnny Bollé durfde ik wel te begroeten, als halve Belg. Ik genoot van het Vlaams van hem en zijn partner. Inge Spaan, mijn collega bij de Online Schrijfschool had het druk achter haar stand en Annette Hulst liep ook overal en nergens.
Bij de prijsuitreiking in de theaterzaal klapten we voor Bas Haan, die de bronzen Vleermuis kreeg voor zijn debuut, zuchtten even (omdat het begin van het juryrapport op Verdwenen van Ingrid leek te slaan) en applaudisseerden dan toch hard toen Ilse Ruijters de zilveren Vleermuis kreeg. We hielden onze adem in bij de aankondiging van de gouden Vleermuis. Zou Loes hem krijgen, voor haar hele oeuvre van 27 thrillers? De concurrentie was groot, Nicci French keek – keken, het is een echtpaar – via een beeldscherm toe. Het gejuich toen Jan Slagter van omroep Max haar naam noemde was groot. Er glansden ook wat heimelijke tranen toen ze de prijs aan haar Harry opdroeg, de man die al die schrijversjaren aan haar zijde was en nu zo overduidelijk ontbrak.
Schrijvers en lezers, het is soms één grote familie.