Schrijfster Heleen van den Hoven woont al ruim dertig jaar in Nieuwegein. Onlangs kwam haar derde boek Het Tango algoritme uit. Toen haar kinderen nog klein waren, schreef Heleen De Troonladder en Losse tanden, enkele kinderboeken die spelen in de wijk Zuilenstein. Deze boeken zijn via onze webshop te koop.
Voor de lezers van De Digitale Stad Nieuwegein tekent ze wekelijks haar spinsels op met haar schrijverspen. Deze week: ‘Wandelen met lezers.’
Heleen: ‘Het ligt er natuurlijk maar aan met welke ogen je het bekijkt. Bibliotheek De tweede verdieping noemde het een wandeling met de auteur, de ‘spannende literaire wandeling’ die vandaag de plaats innam van de Voorleeslunch. Voor mij was het een wandeling met lezers.’
‘Met twintig wandelaars en de hulp van Gina van den Berg en een vrijwilligster kwamen we samen bij de Rode brug. Die benaming voor de Rijnhuizerbrug gaf nog enige verwarring, maar in het kader van de Blauwe brug die verderop ligt, is hij wel heel logisch. Bij café Henkies was onze eerste stop, aangezien het woonhuis van de drie hoofdpersonages daarnaast ligt. Omdat ik niet erg groot ben, had ik een klein opstapje meegenomen, zodat iedereen me goed kon zien. Het had een dubbel effect. Alsof het opstapje een podium was, hoefde ik nauwelijks de aandacht te trekken. Hoewel dat ook kon zijn omdat iedereen zijn best moest doen om me te verstaan tussen de voorbij razende scooters door.’
‘Lopend langs de Lantaern vertelden enkele lezers me hun herinneringen aan voorbije feesten. Via het steegje kwamen we in de Van Heukelumstraat. Eerlijk gezegd is daar weinig te zien, behalve de garage van het huis aan de Herenstraat. Toch heb ik dat lelijke plekje een beetje onsterfelijk gemaakt door het voorlezen (vanaf mijn privé podium) van enkele fragmenten, over een personage die vanuit het appartementengebouw aan de overkant het huis achter de garagedeur in de gaten hield.’
‘Via de Nicolaaskerk, waarvan het interieur voor enkelen een mooie verrassing was, wandelden we verder. Doordat de Herenstraat afgelopen jaren veel veranderd is, werd de wandeling ook een tripje door de nabije geschiedenis. Na de brug en het fort konden we In de kasteeltuin even bijkomen met koffie, thee en krentenbollen. Trots kon ik de plek laten zien waar ik werk aan mijn toekomstige oeuvre. Nu ik erover nadenk, past het kleine theehuis ook wel bij dat opstapje dat ik overal met me meesleepte.’
‘Ik las scenes voor uit het boek, en twee gedichten van Ton de Gruijter die erg in de smaak vielen. Het toetje haalden we na vertrek uit de kasteeltuin bij de ijssalon op de hoek, die ik netjes met een citaat bij de wandelaars had ingeleid: “(…) wanneer we over de ongelijke stoepen naar huis lopen, met een bak sorbetijs om het weekend in te luiden. Ik haal mijn sleutels tevoorschijn en steek die net in het sleutelgat wanneer binnen een ijselijke gil klinkt.”
‘Het gebeurt niet vaak dat een schrijver zo mooi het effect van zijn cliffhangers kan zien.
Dank, bibliotheek en lieve wandelaars, door jullie enthousiaste reacties (en mijn opstapje) voelde ik me een schrijver van formaat.’