SchrijversPen

Schrijfster Heleen van den Hoven woont al ruim dertig jaar in Nieuwegein. Onlangs kwam haar derde boek Het Tango algoritme uit. Toen haar kinderen nog klein waren, schreef Heleen De Troonladder en Losse tanden, enkele kinderboeken die spelen in de wijk Zuilenstein. Deze boeken zijn via onze webshop te koop.

Voor de lezers van De Digitale Stad Nieuwegein tekent ze wekelijks haar spinsels op met haar schrijverspen. Deze week: ‘Bericht uit het theehuis.’

‘Daar kom ik dan aanfietsen, op weg naar mijn nieuwe werkruimte, een plek waar ik rustig kan schrijven. Het hek schuift open en ik zoek een plek om mijn fiets te stallen. Niet veel later komt de beheerder aanlopen om de deur naar mijn kantoor te openen, de mooiste schrijfplek van Nieuwegein, het theehuis van kasteel Rijnhuizen. Ik stel een vraag over een boom die ik niet ken, en voor ik het weet lopen we een stuk door de kasteeltuin om andere mammoetbomen te zien, sequoia’s zoals in Californië te vinden zijn, moeras-cipressen en varianten daarop met driedubbele namen.’

‘Ik zet mijn tas binnen, mijn laptop op tafel. Zo, ik ben klaar om te werken. Hoe zal ik gaan zitten? Kijkend naar de tuin, of naar het kanaal, de Vaartse Rijn, het Merwedekanaal of de Keulse vaart, een van de vele namen van het water. Of neem ik de stoel voor de haard, zodat ik de oude beuk door de voordeur kan zien? Ik kan niet kiezen. Ik schenk een kom thee in uit mijn thermoskan, en ga op het trapje voor de ingang zitten. Om mij heen klinkt het gesnater van eenden, het piepen van waterhoentjes, een brommer die aan de overzijde van het water passeert, het gereedschap van een man op een steiger. Bij vlagen is het stiller, hoor ik duiven koeren, het gefluit van vogels, de kerkklok die elf uur slaat. Elf uur. Ik ben om tien uur aangekomen om te schrijven, maar ik zit met een kop thee en een boterham voor de deur en kijk. Het water beweegt voortdurend.’

‘Er komt een plezierjacht langs en ik steek mijn hand op. De vrouw zwaait terug en kijkt dan nog een keer. Ik ben een koningin voor mijn eigen kasteel. En dat past wel. Meer dan twintig jaar geleden noemde ik mijn bedrijf De kleine Koning, naar het eerste boek dat ik uitgaf. Nu heb ik eindelijk een bijpassend paleis. Een plek aan en op het water, want het theehuis is bovenop een brug gebouwd. Mijn buren zijn bomen van honderden jaren oud.’

‘Ik hoor een vrachtwagen achteruitrijden, het geloei van machines, roepende stemmen van over de brug fietsende jongeren, meisjes vooral, de jongens hoor ik niet. Iedereen is onderweg of aan het werk. Dat zou ik ook moeten doen, doorgaan met mijn nieuwe thriller, waar net een dode is gevallen.’

‘In het theehuis bepaalt de zon mijn zitplaats. Met het beeldscherm in de schaduw wacht ik op input. Het lukt me niet. Ik maak foto’s, luister naar de bomen, zoek waar de gakkende ganzen lopen en zie hoe het water door de ramen heen patronen tekent tegen het plafond van mijn paleis. Het is de zon die de patronen maakt, want wanneer de wolken ervoor schuiven, verdwijnt de spiegeling.’

‘Ik neem nog een kop thee. De kerkklok meldt dat het half twaalf is. Ik wacht tot de vlieg die om mijn hoofd zoemt naar buiten is gevlogen en sluit met de deur de wereld buiten. Een uur later zoek ik op Wikipedia wanneer rigor mortis intreedt bij een lijk in een bos.’

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk