Rijkswaterstaat gunt ontwerp, bouw en financiering van de 3e kolk van de Prinses Beatrixsluis en de verbreding van het Lekkanaal bij Nieuwegein definitief aan combinatie Sas van Vreeswijk. De bouw start in het najaar van 2016 en is gereed in 2019. Rijkswaterstaat en het consortium kijken tevreden terug op een aangepaste ‘maatwerk-aanbestedingsprocedure’, waarin risicoverdeling en de onderlinge dialoog veel extra aandacht hebben gekregen. De Prinses Beatrixsluis is de grootste monumentale binnenvaartsluis van Nederland en is na 77 jaar toe aan uitbreiding. Door de aanleg van een 3e sluiskolk en de verbreding van het Lekkanaal kan de scheepvaart ook in de toekomst vlot en veilig de sluis passeren. Daarnaast komt er ruimte voor extra ligplaatsen.
Sas van Vreeswijk is een combinatie van Besix Group, RebelValley en TDP met als belangrijke partners Martens en Van Oord en Agidens. Het consortium is voornemens om na Contract Close Heijmans en Jan de Nul toe te voegen. De combinatie wordt – naast de realisatie van de 3e sluiskolk en het verbreden van het Lekkanaal – ook gedurende 27 jaar verantwoordelijk voor het onderhoud van het volledige sluizencomplex en het Lekkanaal. Dit middels een zogenoemd DBFM-contract. Rijkswaterstaat selecteerde Sas van Vreeswijk op basis van een combinatie van prijs en kwaliteit, ook wel Economische Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) genoemd.
Rijkswaterstaat en consortium nemen ieder (delen van) risico’s voor hun rekening die zij het beste kunnen beheersen tegen de laagste maatschappelijke kosten. Rijkswaterstaat neemt bijvoorbeeld de risico’s rondom mogelijke onteigeningen voor zijn rekening, houdt een deel van de risico’s die betrekking hebben op het functioneren van delen van het bestaande areaal, heeft diverse ontheffingen en vergunningen aangevraagd en voert zelf een groot deel van de archeologische onderzoeken uit.