De afstand tussen Roma en de Nederlandse samenleving is groot. Grote werkloosheid, te weinig schoolgang van de kinderen, woonoverlast en crimineel gedrag en overlast van rondhangende jongeren. Het zijn de beelden die Nieuwegeinse inwoners bezig houden. Vaak wordt gevraagd, wat er aan gedaan wordt.
Uitgangspunt voor de aanpak is, dat iedere Nederlander gelijk behandeld moet worden. Ieder kind heeft recht op onderwijs, ouders hebben de plicht om hun kind naar school te laten gaan. Iedere Nederlander heeft recht op bemiddeling naar werk of een uitkering, maar niet als er sprake is van vermogen of een dikke auto voor de deur. Iedere Nederlander kan wonen, maar niet als er voortdurend sprake is van overlast naar buren of in de buurt.Dit uitgangspunt staat centraal in de wijze waarop instanties als maatschappelijk werk, woningbouwverenigingen, justitie, politie, leerplicht, sociale zaken en belastingdienst samenwerken om de stapeling aan problemen in sommige roma-gezinnen aan te pakken. Niet de roma-cultuur staat centraal, maar toepassing van de Nederlandse wet.Dit geschiedt in het project “Wisselgeld”, een aanpak om acties van alle instanties op elkaar af te stemmen om stapje voor stapje resultaat te boeken in verbetering van de schoolgang en het woongedrag. Geen instantie is immers in haar eentje in staat om de stapeling van problemen op te lossen. Deze werkwijze kan ook van toepassing zijn op ander dan roma gezinnen. Daarnaast organiseren op landelijk niveau politie en justitie zich om criminele activiteit aan te pakken.Sinds een aantal maanden ben ik als wethouder verantwoordelijk voor deze aanpak. Ik spreek met roma over deze aanpak, over de angst die onder hen leeft dat ook Nederland –zoals in Frankrijk- tot uitzetting over gaat (dat kan niet, want zij zijn Nederlands staatsburger) en over de eigen verantwoordelijkheid die zij hebben om ook daadwerkelijk als Nederlands staatsburger in Nieuwegein te leven.Met een aantal gezinnen gaat het goed, daar gaan de kinderen naar school, is er sprake van goede omgang met de buren en is er verbetering in de opvoedings- en leefsituatie. Dit dankzij de eenduidige en strakke aanpak van instanties gezamenlijk.Met te veel gezinnen gaat het nog niet goed en blijft de aanpak via “Wisselgeld” noodzakelijk. Dat levert soms harde situaties op: kinderen die uit huis worden geplaatst, gezinnen die uit hun huurhuis worden gezet, uitkeringen die gestopt worden.Maar wel in het belang van de goede toekomst voor de kinderen: Onderwijs, onderwijs, onderwijs…..het is het sleutelbegrip om uiteindelijk te bereiken, dat de afstand tussen roma en de Nederlandse samenleving wordt verkleind. Dat is geen resultaat voor morgen, volgende maand of volgend jaar: langdurig zal deze consequente lijn moeten worden volgehouden. In voorgaande jaren is te veel met een grote boog om deze problemen heengelopen, is te veel gedacht dat de eigen cultuur moest worden gerespecteerd. Dat mag niet weer gebeuren.De investering in extra aandacht is nodig om de veiligheid en rechten van kinderen te waarborgen. Een aanpak waar ook andere gezinnen met gestapelde problemen baat bij hebben. Het is geen investering die als een soort euro-infuus de roma-gezinnen financiëel ondersteunt, maar instanties in staat stelt hun werk op een gecoördineerde wijze effectief te doen.Het stoppen van de werkwijze betekent, dat instanties weer op zichzelf zijn aangewezen en de aanpak stopt. Dat betekent weer teruggang in het schoolbezoek, te veel overlast op straat en in buurten. De rechten van kinderen zullen dan weer geschonden worden en wetten overtreden worden. En dat wil ik niet.