Over de Tachtigjarige Oorlog hebben we allemaal geleerd op school. Het Anna van Rijn Lyceum is zelfs vernoemd naar een jonkvrouw die in deze turbulente tijden zich staande wist te houden. De jonkvrouw Anna van Rijn vond dat onderwijs toegankelijk moest zijn voor iedereen ongeacht geloof of afkomst.
Anna is dan ook verheugd met de komst van het Rijksmuseum. Twee historici, Jeroen van Schie en Evelyn Cnossen, zullen op 2 maart aanstaande een gastcollege geven over de tijd waarin Anna leefde. Het onderwerp van het college is de Nederlandse Opstand. Daarin staat centraal de propagandacampagne van Willem van Oranje, die vanaf circa 1568 losbarst in de Nederlanden en waarmee hij op allerlei manieren probeert de Nederlanders te overtuigen van zijn gelijk.
Het college sluit naadloos aan bij het eindexamenprogramma geschiedenis. Bovendien krijgen de leerlingen na afloop een werkcollege aangeboden, waarin de experts van het Rijksmuseum de leerlingen zullen meevoeren naar bronnen uit die tijd. De bedoeling is dat leerlingen uit 5 havo en 6 vwo op die manier zien dat propaganda van alle tijdens is en dat zij daarbij een historische sensatie beleven rondom dit stukje vaderlandse geschiedenis.
Op 16 maart tenslotte gaan de leerlingen op hun beurt naar het Rijksmuseum om daar rondgeleid te worden en alle kunstwerken en artefacten zelf te kunnen bewonderen.