Bij het graven van proefsleuven in de Bossenwaard in Nieuwegein zijn bij archeologisch onderzoek mogelijk de resten aangetroffen van een oude steenoven. De werkzaamheden vinden plaats in het kader van ‘Ruimte voor de Lek.’ De ouderdom van de oven is nog niet bekend. Ook in een aantal andere proefsleuven zijn resten van vroegere bouwwerken gevonden.
Al in de veertiende eeuw werden in de omgeving van Utrecht bakstenen gemaakt van klei uit de uiterwaarden. De stenen waren onder meer nodig voor de stadsuitbreidingen. Later, in de negentiende eeuw was er zelfs sprake van grootschalige steenindustrie in het rivierengebied. De steenfabrieken zijn al lang niet meer in gebruik, maar af en toe komen resten ervan ‘boven water’, zoals nu bij ‘Ruimte voor de Lek.’ Uit voorstudies was gebleken dat op verschillende plaatsen resten van onder meer steenovens en bebouwing konden liggen. Het is nog niet zeker of verder onderzoek plaatsvindt naar de mogelijke steenoven in de Bossenwaard.
Omdat de Lek door klimaatverandering in de toekomst meer water te verwerken krijgt, is rivierverruiming nodig in het rivierengebied. Op die manier kan de veiligheid van de inwoners tegen overstromingen gegarandeerd worden. De aanpassingen langs de Lek vinden plaats bij Houten, Nieuwegein, IJsselstein en Vianen. In deze gemeenten komen nevengeulen in de uiterwaarden van de Pontwaard & Mijnsherenwaard, ’t Waalse waard en de Bossenwaard. In de Vianense Waard wordt een deel van de zomerkade verplaatst. Daarnaast worden de toegangsdam van het stuweiland en de leikade van het Merwedekanaal verlaagd. Door deze aanpassingen, gecombineerd met de aanleg van recreatievoorzieningen zoals speelnatuur, wandelpaden en uitkijkpunten, wordt het gebied veiliger en tegelijkertijd aantrekkelijker. De voorbereidende werkzaamheden zijn nu in volle gang. In het eerste kwartaal van 2014 gaat de eerste schop de grond in en gaat de nieuwe inrichting van het gebied echt van start.
