De gemeenten Utrecht en Nieuwegein en provincie Utrecht hebben bij het Rijk gesproken over de grootste woningbouwlocatie van Nederland. Er is onder meer aangedrongen op een financiële impuls voor de aanleg van de Merwedelijn. De tramlijn tussen Utrecht Centraal en nieuwbouwlocatie Rijnenburg moet in totaal 75.000 nieuwe woningen bereikbaar helpen maken. In het gebied is naast de woningen ruimte voor ruim 33.500 tot 45.500 arbeidsplaatsen.
Onderzoek om groei A12-zone en Rijnenburg mogelijk te maken
Om voor passende en betaalbare woonruimte in de regio Utrecht te zorgen, is de bouw van nieuwe woningen erg belangrijk. De A12-zone is het gebied aan beide kanten van de snelweg A12 tussen knooppunt Oudenrijn en Lunetten. Dit gebied is aangewezen als een plek met veel kansen voor nieuwe woningen, bedrijven en natuur- en recreatiegebied na 2030. Op dit moment doet Nieuwegein samen met het Rijk en de regio onderzoek naar mogelijkheden voor de A12 Zone. Daarin neemt Nieuwegein de voorwaarden mee die zij samen met de inwoners hebben opgesteld.
Het nieuwe kabinet heeft in totaal 2,5 miljard euro ter beschikking gesteld om nieuwe woningbouwlocaties te ontsluiten en nog eens 5 miljard voor het versnellen van de woningbouw in Nederland. De gemeente Utrecht en provincie Utrecht vragen om een Rijksbijdrage van € 500 miljoen voor de Merwedelijn. De beoogde bijdrage van het Rijk zou een ophoging van het huidige budget van €1,2 miljard voor de maatregelen uit de MIRT-verkenning ov en wonen betekenen.
Het Rijk vraagt tegelijkertijd voor alle verstedelijkings- en regionale ov-projecten een financiële bijdrage van de regio. Een propositie zonder concreet aanbod van regionale cofinanciering maakt geen kans. De regio komt hieraan tegemoet met de zoektocht om € 200 miljoen bij te leggen, aanvullend op de eerder toegezegde bijdrage van € 415 miljoen. Van dit bedrag zouden gemeente Utrecht en de provincie elk de helft voor hun rekening nemen.
Mochten de Rijksbedragen worden toegekend, dan volgt nog een besluit in de gemeenteraad en Provinciale Staten over deze uitgaven. Besluitvorming over de toekenning van bedragen volgt in 2025. Op basis hiervan nemen bestuurders van opdrachtgevende partijen, namelijk het Rijk, de provincie en de gemeenten Utrecht en Nieuwegein, mogelijk eind 2025 een besluit over een voorkeursalternatief. Hierin staat beschreven welk pakket aan maatregelen de partijen willen uitvoeren.
Als een voorkeursalternatief wordt vastgesteld, volgt in 2026 een periode waarin iedereen op de voorgenomen maatregelen kan reageren en is formele inspraak mogelijk. De Tweede Kamer, Staten van de Provincie Utrecht en de gemeenteraden van Utrecht en Nieuwegein moeten dan ook instemmen met het besluit.
Van links naar rechts: Ellie Eggengoor (wethouder Nieuwegein), Eelco Eerenberg (wethouder Utrecht), Mona Keijzer (Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), Barry Madlener (Minister van Infrastructuur en Waterstaat) Huib van Essen (Gedeputeerde, provincie Utrecht), Chris Jansen (Staatssecretaris Openbaar vervoer en Milieu) en André van Schie (Gedeputeerde, provincie Utrecht).
Merwedelijn nodig voor groei
Een aanzienlijke verbetering van het openbaar vervoer is nodig om de regio Utrecht bereikbaar en leefbaar te houden, omdat het aantal woningen en arbeidsplaatsen groeit. Een nieuwe tramverbinding tussen Utrecht en Nieuwegein – de Merwedelijn – is daarvoor onmisbaar, zo blijkt uit de eerste onderzoeksresultaten van de MIRT Verkenning OV en Wonen regio Utrecht. Dit is een onderzoek dat wordt uitgevoerd door U Ned; een samenwerking van Rijk, provincie en gemeenten, waaronder Nieuwegein.