Rechercheurs die hebben meegewerkt aan de zaak rond de Utrechtse serieverkrachter uit Nieuwegein hoeven niet allemaal in de getuigenbank plaats te nemen. De advocaat van Nieuwegeiner Gerard T. wilde dat, maar de rechtbank wijst zijn verzoek af. Ook krijgt hij niet alle persberichten die over zijn cliënt zijn geschreven.
Tijdens de pro-formazitting van dinsdag legde advocaat Maarten Krikken tot ergernis van de officier van justitie allerlei onderzoekswensen op tafel. Zo wilde hij de aanstellingsbesluiten en certificaten inzien van de politiemensen die aan de zaak hebben meegewerkt en alle rechercheurs die tot nu toe meewerkten oproepen als getuige.
De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de bevoegdheid en deskundigheid van de politiemensen. Het is ook niet gebruikelijk dat die gegevens worden toegevoegd in een strafproces en Krikken heeft volgens de rechtbank ook niet aangegeven waarom dat in deze zaak wel zou moeten.
De officier van justitie had tijdens de pro-formazitting al beloofd om aanvullende processen-verbaal en stukken aan het dossier toe te voegen en dat is volgens de rechtbank voldoende.
De zaak gaat verder op 16 november met een pro-formabehandeling. De inhoudelijke behandeling volgt waarschijnlijk in januari en zal twee dagen in beslag nemen. De precieze datum is nog niet bekend.