Het was een boeiende Raadsvergadering afgelopen week. Intensieve discussie over het recht van mensen die elkaar liefde en trouw willen beloven, op een onbevoordeelde behandeling door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat recht is al jaren geleden ook voor homosexuele en lesbische medemensen in onze wet vastgelegd. Toch blijkt dat in ons land sommige ambtenaren op religieuze gronden dat recht niet erkennen. Via een praktische oplossing werd dan vaak een mouw aangepast. Wij vinden dat dat niet kan. Rchten en plichten gelden in ons land voor iedereen gelijk. Het is zelfs de basis van onze Grondwet. Nu is een ambtenaar geen robot. Gelukkig niet, het is een mens van vlees en bloed, met eigen overtuigingen. Daar gaat de discussie ook niet om. Waar het wel om gaat, is dat die opvattingen er niet toe gaan leiden dat aan ieder loket een bordje komt te hangen welke diensten er wel en niet worden verleend.Het leverde deze week ook een boeiende e-mailwisseling op met een organisatie van homosexuelen in behoudend christelijke kring. Collega Balth de Winter van ONS heeft hier al iets over gepubliceerd in zijn weblog. Als politicus blijf ik terughoudend als het gaat om de manier waarop mensen en groepen hun religiositeit vorm geven. Ook als ik mij opnieuw realiseer hoezeer ook in ons land tienduizenden mensen hun eigenheid moeten verdringen om hun sociale contacten niet te verliezen. Wat ik daar verder als belijdend christen van vind, is ook mijn privézaak. De discussie voer ik daarom nu in een 1-op-1 mail.Op de fractievergadering bespreken we de praktijk van de WMO en de onderhoudstoestand van onze sportvelden.Onvermijdelijk ben je in de politiek veel bezig met wat niet goed gaat. Voorlopig is er nog geen tijd voor het rusten op lauweren: er is nog steeds veel te doen om de stad goed op de orde te krijgen. Toch is er in 1 jaar college veel gebeurd: de jaarrekening over 2006 maakt me best trots op wat er is bereikt. Complimenten voor collega en ambtenaren. Diezelfde avond is de eerste bijeenkomst van de delegatie die eind augustus vanuit de Raad een bezoek gaat brengen aan onze partnerstad Rundu, Namibië. Voor mij een echt avontuur. Wat ik van Zuidelijk Afrika weet, is van televisie en krant. Ik kijk er naar uit hoe het leven en werk in zo’n ander deel van de wereld zich voltrekt. Weg van de supermarkt met 24 soorten jam en 10 soorten brood, schoon drinkwater uit de kraan, een dokter 24 uur per dag beschikbaar. Het zal mij zeker helpen om de Nieuwegeinse politiek even te relativeren: in Rundu is vast geen discussie of we de de Kom rechts of links van het winkelcentrum plaatsen.En toch, ook hier blijft een wereld te winnen (zie het begin van deze column).