De Raad van State heeft op 13 september 2004 uitspraak gedaan over het beroep van de heer Ytsma tegen het besluit van het Centraal Stembureau van 1 september jongstleden. Het beroep van de heer Ytsma is wel gegrond verklaard, maar het heeft geen rechtsgevolgen. Dat betekent dat er geen referendum over de Parkeerverordening 2004 komt.
Het Centraal Stembureau heeft op 1 september jongstleden geconstateerd dat er onvoldoende geldige ondersteuningsverklaringen zijn ingediend voor het houden van een referendum over de Parkeerverordening 2004. De heer Ytsma stelde beroep in tegen deze uitspraak bij de Raad van State. Zijn belangrijkste bezwaar was dat er tijdens de zitting van het Centraal Stembureau van 1 september geen mogelijkheid was om bij de afgekeurde ondersteuningsverklaringen te verifiëren of deze terecht waren afgekeurd.
De Raad van State heeft het beroep van de heer Ytsma logischerwijs gegrond verklaard, want er was voor de heer Ytsma inderdaad geen verificatiemogelijkheid op de zitting van het Centraal Stembureau van 1 september. Dit op zichzelf was voor de Raad van State voldoende om het besluit van het Centraal Stembureau van 1 september te vernietigen.