Op De Digitale Stad Nieuwegein hebben we wekelijks een portret van een opmerkelijk persoon. Met de camera in de aanslag lopen we door Nieuwegein. Gefascineerd in personen proberen we met de camera, opvallende, opmerkelijke personen vast te leggen. Wie is de man, vrouw of kind die daar zit, loopt, fietst, werkt ligt of speelt? Deze week Harry Troelstra.
Arend Bloemink: ‘We spreken af in De Partner omdat hij, het Portret van deze Week, daar regelmatig als vrijwilliger aanwezig is. Bij binnenkomst valt me een hartelijk ‘Goedemiddag’ ten deel. Uiteraard beantwoord ik die verwelkoming, daarbij meteen de ruimte rondkijkend, met eenzelfde ‘Goedemiddag’. De dame aan een van de tafeltjes vraagt ‘Kan ik u helpen?’, waarop ik antwoord dat ik een afspraak heb met Harry, die ik inmiddels aan de bar heb gespot en die al naar me toe komt lopen. ‘Was je hier al eens geweest?’ ’Nee, gek genoeg nog nooit, ik kom overal, maar hier was ik nog niet…’
‘Daarop toont Harry me, met enige trots en volop uitleg, alle ruimtes die zich binnen De Partner bevinden. Daarbij vergeet hij niet me op de (ver)huurmogelijkheden te wijzen (waarvan acte!). Een goed geoutilleerd gebouw dat geheel door vrijwilligers word gerund.’
‘Harry troont me mee naar een ruimte aan de achterkant van het pand waar een paar lekker zittende banken staan. Daar wil hij wel worden gefotografeerd. Uitstekend. Harry nestelt zich in een hoek van een van de banken en dan begint het spel van vragen, antwoorden en fotograferen. Harry’s brede kijk op veel zaken maakt het gesprek, het uitwisselen van meningen, vragen en ideeën interessant en voor ik het weet zijn we een uur verder…’
Maak, op basis van de antwoorden die Harry Troelstra geeft op de vijf (altijd dezelfde) vragen en de foto’s nader kennis met hem.
Wie ben je?
Wat een ongelooflijk moeilijke vraag! Ik heb lang als organisatieadviseur gewerkt. En dan is vaak het eerste waar je naar kijkt: ‘Waar staat deze organisatie voor’. Maar dat is vaak ook ook een heel moeilijke vraag. Gelukkig is het een vraag die ook anderen heeft beziggehouden en dus zijn er boeken en artikelen over geschreven. Een favoriet boek op dat gebied is voor mij ‘Images of Organization’ (Gareth Morgan, 1987). De auteur maakt gebruik van een achttal metaforen.
Dus laat ik dat ook maar eens doen, mijzelf vanuit diverse perspectieven beschrijven. Al kies ik ervoor om mijn eigen invalshoeken te kiezen, en niet die van Morgan over te nemen:
• Kind van mijn ouders
Ik wil hier niet erg gedetailleerd op ingaan. Voor wie er meer over wil weten is overigens elders informatie beschikbaar. Mijn moeder heeft een deel van haar jeugd in een Jappenkamp doorgebracht. Ze heeft daar nooit goed mee kunnen omgaan (en hulp vragen was voor haar geen optie). Het leidde tot vreemd gedrag, waar wij, kinderen, behoorlijk last van hadden. En waarschijnlijk mede daardoor hield het huwelijk met mijn vader geen stand.
• Mijn vader was niet erg goed in het omgaan met kinderen. Dat zag ik pas heel helder toen ik, eigenlijk nog maar kort geleden, zag hoe hij ‘worstelde’ met een kleinkind van zijn derde echtgenote. Pas toen begreep ik waarom ik als kind altijd ruzie met hem had.
• Kind van mijn tijd
Ik ben midden jaren vijftig geboren en heb de welvaartsgroei, het geloof dat het altijd zo zou blijven, dat de wereld alleen maar beter, toleranter, vrijer zou worden, met volle teugen opgesnoven. Het zou voor iedereen beter worden, of om het met Joop den Uyl te zeggen: ‘iedereen een eigen auto voor de deur, ook de arbeiders’. Niet zo vreemd dus dat ik ervoor koos om Economie te gaan studeren. Ik ging daarvoor naar Groningen. Het was eind jaren zeventig -ik had mijn dienstplicht er al op zitten- en we zaten in een forse economische crisis. Dus economie om dergelijke crises te kunnen oplossen en Groningen omdat dat het verste weg was van huis.
• De wereld beschouwen, maar er niet aan meedoen
Studeren bleek, tot mijn grote verbazing, leuk en iets wat mij makkelijk afging. Heel verrassend, want de middelbare school had ik maar net met de hakken over de sloot voor elkaar gekregen. Ik had inmiddels al een levensgezel en een paar (twee!) goede vrienden en daarom vond ik het niet nodig om aan het ‘studentenleven’ deel te nemen om dat te bereiken wat ik wilde: mijn studie met goed gevolg afronden. Kortom: ik kon prima functioneren zonder me erg veel bezig te hoeven houden met wat nu ‘mijn sociale netwerk’ zou worden genoemd. Veel tijd doorbrengen achter mijn bureau leek voldoende.
• De trouwe compaan
Toen ik kort geleden mijn spullen aan het uitpakken was -in mijn nieuwe appartementje, waarover later meer!- viel het me ineens op hoeveel speelgoedbeesten ik bezit. De meeste ervan zijn honden. Allemaal gekregen van mensen met wie ik in de loop der jaren heb samengewerkt, vaak als hun adviseur. Vaak aan me gegeven aan het einde van een traject waarbij ze dingen zeiden als: jij was degene die de boel bij elkaar houdt, die verloren schapen weer bij de kudde brengt.
• De opstandige mens
Lang heb ik mijn best gedaan me aan te passen en te doen wat van me verwacht werd. Maar er kwam een tijd. . . dat ik eruit brak en iets volstrekt geks ging doen: Harry ging in ontwikkelingshulp. Wel een beetje laat want ik was al vijftig. En die periode als ‘ontwikkelingswerker’ op de Filipijnen leidde er vervolgens toe dat ik naar de USA vertrok. Waar ik uiteindelijk zeven jaar heb gewoond: in Pittsburgh, PA.
• En toen ontdekte ik iets leuks en werd ik ‘netwerker’
Ik heb ze niet allemaal geteld, maar een voorzichtige schatting vertelt me dat ik in de VS van zo’n 500 mensen een visitekaartje heb gekregen. Van de burgemeester van Pittsburgh, de Nederlandse Ambassadeur in de VS tot een schoolmanager in een zwarte wijk aan de rand van de stad. Maar het ging mij eigenlijk niet om die kaartjes, maar om met al die mensen ook echt contact te hebben. Ik vond het heerlijk om de stad, mijn omgeving, te leren kennen en -een beetje- te leren begrijpen. Waarom gaan de dingen, daar in dat stukje USA, zoals ze gaan, wat drijft de mensen te doen wat ze doen?
Ik ben toen medewerker geweest van de 10-jaarlijkse Census (volkstelling), magazijnmedewerker, callcenter-medewerker en nog een en ander. En als vrijwilliger was ik zo nu en dan onderweg voor de Nederlandse reclassering (ook in de VS zitten hier en daar Nederlanders in de gevangenis). En toen ik in Nieuwegein kwam wonen, ben ik hetzelfde gaan doen: me verdiepen in wie wie is in de stad, wat er zich afspeelt en aan het ontwikkelen is, me aansluiten bij organisaties. Daarbij laat ik me leiden door twee criteria: Ik werk alleen mee aan het bereiken van een doel of aan organisaties als ik het leuk vind wat ze doen. En ik moet het gevoel hebben dat ik iets voor hen kan betekenen.
Wat doe je in het dagelijks leven?
Ik luister graag naar muziek: thuis is dat klassiek en op andere plekken kun je me zien rondspringen op jaren 70/80 popmuziek. En ook vind ik het heerlijk om op de fiets wat in de stad rond te rijden. Genieten van de omgeving, genieten van de inspanning.
Daarnaast heb ik me aan een aantal organisaties verbonden, inderdaad: omdat ik ze leuk vind en ik iets kan bijdragen. Die organisaties zijn:
• Het Nieuwegein Fonds: ik ben daar bestuurslid (en via hen mag ik me met een aantal andere organisaties bemoeien).
• De Tweede Verdieping: sinds een jaar ben ik lid van de Raad van Toezicht. Over onze Bieb, hoef ik verder niks te zeggen. Iedereen in Nieuwegein weet hoe leuk en goed dit instituut is.
• De Partner: Ook daar ben ik lid van het bestuur. De Partner is volgens mij Nieuwegeins tweede culturele centrum, gerund door vrijwilligers: hoe leuk kan het zijn?
•Mijn woonplek, het GW Nieuwegein: daar doe ik mee met de gewone klussen als grasmaaien of een keer achter de bar of…. En ik heb me aangemeld voor de kascommissie (het is immers ook een vereniging). En dan wandel ik, vrijwel iedere zondag, met Henk (en soms enkele anderen). Henk woont in de Lijsterbes, een locatie van Reinaerde.
Hoe lang woon je al in Nieuwegein?
Ik ben in de oudejaarsnacht van 2012 teruggekomen uit de USA. Dus stond ik op 1 januari 2013 in de vroege ochtend op Schiphol. En na een verblijf van een week bij een vriendin in Utrecht, ben ik in Nieuwegein terechtgekomen.
Puur toeval, ik had snel een plek nodig en hier vond ik een kamer. Pas sinds kort heb ik mijn eigen appartement en wel in het Gemeenschappelijk Wonen project Nieuwegein in Fokkesteeg.
En dat is dan weer geen toeval. Want daar wonen vraagt inschrijven, door de ‘ballotage’ komen en vooral volhouden. Maar het is gelukt en nu ben ik dus ‘lid’ van een ongelooflijk leuke en fascinerende community. Waar ik geniet van de appelmoes die ik maak van de appels die uit de boom vallen in Hof 3, onze gemeenschappelijke tuin, of van de kinderen die spelen in het Hof, of van het gezelschap van de medebewoners.
Wat vind je van Nieuwegein?
Wat me al een tijd verwondert is dat Nieuwegeiners vaak slecht op de hoogte zijn van wat de stad te bieden heeft. Of het nu gaat om de schoonheid van het Park Oudegein (wie is er al eens bovenin de Molen geklommen?), de charme van het veer naar Vianen, de rust op een doordeweekse dag op Fort Jutphaas of het plezier dat je kunt beleven op een gewone zondagmiddag in de Partner: velen weten niet dat het er is of realiseren zich onvoldoende hoe waardevol dit alles is.
Eigenlijk heeft Nieuwegein alles, en dan kun je ook nog in een uur om de hele stad fietsen. Waarmee ik maar wil zeggen: alles is dichtbij en zelfs op de fiets te bereiken.
Wat kan er beter in Nieuwegein?
Een van de netwerken waarin ik actief ben, richt zich op het stimuleren en ondersteunen van gemeenschapskracht (www.dialooggemeenschapskracht.nl). Wat is dat, Gemeenschapskracht en waarom is het belangrijk?
Dat we de zeggenschap over wat er moet en kan in buurten en wijken – welke zorg er nodig is, hoe het groen er uit moet zien, hoe we collectief de energievoorziening kunnen regelen – over moeten laten aan de mensen die daar wonen en leven, daar is iedereen het wel over eens.
Maar wat dat concreet betekent, daarover lopen de meningen nog wel eens uiteen. Want betekent zeggenschap bijvoorbeeld ook dat de (financiële) middelen aan hen worden overgedragen, dat de ‘winst’ die gemaakt wordt in de Zorg, terugvloeit naar hen die premie betalen?
Dat er iets moet gebeuren, is dus helder. Maar uitwerken hoe dat precies vorm moet krijgen is veel lastiger. En ervoor zorgen dat iedereen die mee wil doen dat ook kan, is ook nogal een opgave.
Hieraan een bijdrage leveren is leerzaam en buitengewoon ‘rewarding’.
Ook hier in de stad worden deze discussies uitgebreid gevoerd. En ook wij, Nieuwegeiners dus, zijn er met zijn allen nog lang niet uit. Maar gelukkig, er wordt veel en vaak over gesproken en hard aan gewerkt.