Portret van de week: ‘Wie staat nu zelf in de belangstelling in zijn eigen rubriek?’

Op De Digitale Stad Nieuwegein hebben we wekelijks een portret van een opmerkelijk persoon. Met de camera in de aanslag lopen we door Nieuwegein. Gefascineerd in personen proberen we met de camera, opvallende, opmerkelijke personen vast te leggen. Wie is de man, vrouw of kind die daar zit, loopt, fietst, werkt ligt of speelt? Deze week Arend Bloemink.

Arend Bloemink? Ja! Het vorige ‘Portret van de week’, Lisa Peters Esvelt, vroeg zich af waarom onze fotograaf niet in het ‘Portret van de week’ stond. Hierop kwam Lisa op het idee, want één van haar hobby’s is fotograferen, om Arend te gaan vastleggen voor het ‘Portret van de week.’ En zo geschiedde.

Lisa: ‘Dat fotograferen zijn passie is was me al duidelijk, maar toen ik in de gang liep in zijn appartementencomplex was ik echt onder de indruk van alle foto’s die daar hingen. Het is allemaal zijn werk. Van foto van de Dom van Utrecht tot aan theater de Kom taferelen, een prachtige collectie bij elkaar.’

‘Arend vertelde zo het één en ander bij een aantal foto’s. Nu werd ik toch wel zenuwachtig hoor, ik ben geen fotograaf, ik klik graag wat raak en probeer wel eens wat. En dan nu de fotograaf van deze rubriek op de foto zien te krijgen, en het liefst wel een beetje scherp… Een leuke uitdaging.’

‘Waar Arend is wordt gelachen, daar ben ik van overtuigd. Dat kan niet anders want op elke foto heb ik hem wel lachend in beeld. Ik poog om beetje op dezelfde wijze foto’s te maken zoals hij dat ook doet als hij foto’s maakt van de persoon die centraal staat bij het ‘Portret van de week.’ Hij stelt vragen aan de persoon en maakt ondertussen de foto’s.’

‘Als ik vraag of hij zijn vrouw ook wel eens op de foto zet komt de opmerking van zijn vrouw: ‘Alleen als ik toestemming geef, en die geef ik niet vaak.’ Een heerlijke opmerking van zijn vrouw, de trend is hiermee gezet en er wordt nog meer gelachen. Maar gezien de hoeveelheid aan foto’s dat hij maakt vind ik dat tegelijkertijd ook erg slim van haar om dat zo te doen. Zijn vrouw vertelde me dat toen ze verkering kreeg met Arend dat hij toen al een camera om zijn nek had hangen. Je weet wel, zo een ouderwetse, met filmrolletje en alleen zwart wit, dat was zo in die tijd.’

Lees hieronder om, aan de hand van zijn antwoorden op de vijf, altijd dezelfde, vragen nader kennis te maken met Arend Bloemink, het portret van deze week.

Wie ben je?
Ik ben Arend Bloemink. Getrouwd met Els. Twee kinderen. Eén kleindochter, zij noemde mij van kleins af aan ‘Oop’. En aangezien Oop fotografeert, zijn die foto’s de foto’s van Oop. Anders gezegd: Oop’s foto’s, in url-taal Oopsfotos, waarmee mijn website de naam www.oopsfotos.nl heeft gekregen. Vandaar.

Wat doe je in het dagelijks leven?
In, zoals dat heet, mijn ‘werkzame’ leven was ik grafisch vormgever en later art-director voor verschillende tijdschriften, zowel week- als maandbladen. Ik vind het heel grappig dat het door mij ontworpen en o zo rustige logo van het maandblad vt-wonen al sinds het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw, met een kleine aanpassing, nog steeds toegepast wordt. In diezelfde periode ben ik, op verzoek van mijn uitgever, gaan zoeken naar (zoals ik dat toen noemde) nieuwe, digitale gereedschappen voor vormgevers. Dat bracht me uiteindelijk op het pad van Apple en leidde er vervolgens toe dat ik een methode heb bedacht waarmee ik (later we) vormgevers en eindredacteuren de overstap leerden maken van knippen, plakken, schetsen naar het werken met muis en toetsenbord. De eerste redactie die ik daarin hielp was de redactie van het weekblad Story.

Na een aantal tijdschriften als werknemer van de uitgeverij te hebben ‘gedaan’, begon ik met enkele partners een eigen bedrijf van waaruit we veel uitgeverijen en later ook prepress-bedrijven konden helpen in het overgaan naar het digitaal vormgeven. Vanuit dat bedrijf waren we in staat een totaalpakket aan te bieden: hard- en software, implementatie, opleiding, ondersteuning, troubleshooting.

Helaas heeft de enorme werkdruk me uiteindelijk genekt. Ik werd ziek. Depressief. Uiteindelijk volledig ‘arbeidsongeschikt’ verklaard. Na een langdurig proces pakte ik vroegere hobby’s, tekenen en fotograferen, weer op. Tekenen bleek geen succes. Het joeg me op. Ik was aan het produceren. Zo veel mogelijk in een zo kort mogelijke tijd. Fotograferen met een klein digitaal cameraatje dan, daarin vond ik mezelf beter terug. Ook het ver- en bewerken van hetgeen ik tijdens mijn, min of meer therapeutische wandelingen, fotografeerde beviel me goed.

Via het fotograferen van de streetdance-optredens van onze kleindochter kwam ik in contact met de eigenaresse van de dansschool. Of ik vaker foto’s wilde maken… Of ik een website voor haar dansschool wilde opzetten (www.pm-dance.nl). Het balletje ging rollen en ja, ik wilde dat best. Vond en vind het allemaal hartstikke leuk (én ik vind het leuk om mensen -op weg- te helpen), waarmee ik meteen in mijn valkuil dreig te vallen. Gelukkig helpt Els me met op de rem trappen en ze doet dat dan ook heel regelmatig!

Nu fotografeer ik dat wat me opvalt, wat ik leuk vind of waarvoor ik gevraagd word. Zo ook voor pen.nl. En sinds enkele maanden maak ik wekelijks voor pen.nl een digitaal tijdschrift: De Digitale Nieuwegeiner, waarmee ik weer terug ben waar ik ooit begon: tijdschriftvormgeving.

Wandelen, fietsen, yoga en 55+sport (en wát is volleybal leuk om te doen!) zijn daarnaast de ontspannende bezigheden die ik beoefen. Om het fietsen een boost te geven heb ik via een crowdfundings-project (leuk!) een sportieve, elektrisch ondersteunde, fiets binnengekregen. Bevalt me prima!

Hoe lang woon je al in Nieuwegein?
In 1974 zijn we, met toen nog heel kleine kinderen van een flat in Overvecht naar de Anjerhof in Hoog Zandveld verhuisd. Wát een luxe, die nieuwbouw. Om naar mijn werk in Utrecht te gaan, nam ik de fiets of de bus van busmaatschappij De Twee Provinciën. De bus stopte toen nog bij een scheefgewaaide bushalte aan de Lekdijk, daar waar nu de Lekboulevard is. Een ongelijk tegelpaadje voerde vanuit de wijk en over de nog onbebouwde gronden naar de dijk. Dat kan nu niemand zich meer voorstellen.

Nu wonen we in Galecop, een dorp op zich. Perfect. Voor óns dan hè.

Wat vind je van Nieuwegein?
Prima plek om te wonen en te recreëren.

Wat kan er beter in Nieuwegein?
Het is werkelijk de hoogste tijd dat de westkant van het centrum, van de City zoals de gemeente het centrum noemt, wordt aangepakt. Wát een aanfluiting. Het shabby station, de idiote passage van de Weverstede naar het station, de verlaten winkels, de oude Kom, de voormalige bioscoop, de niet meer in gebruik zijnde (maar node gemiste) fietsenstalling, het ’tijdelijke’ parkeerterrein waarvoor een hele woonwijk is gesloopt… Mocht ik Nieuwegein niet kennen en voor de eerste keer met de auto of de bus naar City Plaza gaan en dan via de Kapittelstede aankomen, dan zou ik me rot schrikken van die griebus en meteen weer omkeren. Wát een droefenis.

Verder (maar daarin kan ik me vergissen) is Nieuwegein een kei in het groots vieren van een nieuwe ontwikkeling. Maar veelal vergeet Nieuwegein vervolgens die mooie, nieuwe ontwikkeling te onderhouden. Voorbeelden? De fontein (een cadeau!) op het De Kempenaerpark, het Rundubos, het natuurgebied tussen de Reinesteijnseweg en de Lucas van Leydenhage… Overigens is die fontein verdwenen (of verplaatst naar de Markt?). Ook het lichtkunstwerk (eveneens een cadeau) op het De Kempenaerpark is na de herinrichting verdwenen. Zo jammer!

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren