Minnen of plussen
Van kleine voordelen en grote gevolgen
We komen nog even terug op de column van verleden week
Bundes President Wulff heeft ingezien dat de “affaires” zijn geloofwaardigheid in binnen- en buitenland zodanig hebben aangetast, dat het beter is om ontslag te nemen. Waarvan acte. Wat betreft onze “grappenmakers” in het Utrechtse heeft de belastingdienst koeltjes voorgeschreven hoe het moet. Er werd door de CdK nog wat gemopperd over efficiency die af zou nemen. Hè heerlijk het laaatste woord hebben. En passant vergat hij dat minder bijbanen natuurlijk zijn eigen efficiency ten opzichte van de Provincie Utrecht ten goede kan komen. Ik ben benieuwd of de heer Robbertsen langzamerhand ook gaat inzien dat zijn eigen geloofwaardigheid ernstig ondermijnd is. Zijn CDA collega in Zeeland, mevrouw Carla Peijs, betaalt de belasting over haar dikke BMW wel degelijk. Verstandige vrouw.
Over de WMO en bezuinigen
Afgelopen woensdag 15 februari werd er stevig gediscussieerd over de vernieuwde WMO verordening. De COSBO sprak in namens ANBO en PCOB met een beroep op menslievende zorg, het respecteren van de menselijke waardigheid en de suggestie rekening te houden met de persoonskenmerken en de behoeften van de aanvragers. We komen hier nog op terug. Vrijdagavond 29 februari wordt het stuk behandeld in de raadsvergadering.
Er is een duidelijke ook financiële noodzakelijkheid om bij zorg en welzijn andere principes te gaan toepassen dan vroeger het geval was. De tijd dat men slechts de hand hoefde op te houden en de hulp(goederen) werd, (werden) binnengedragen, is definitief voorbij. Of zoals één van de aanwezige ambtenaren niet onterecht stelde: “De burgers moeten weer leren voor zichzelf op te komen”. Dat hoeft op zich geen slechte ontwikkeling te zijn, wanneer er maar wel hulp komt wanneer dat meedoen en die inbreng van vrienden en vrijwilligers niet meer lukt. Die wederkerigheid schijnt zo te zien stiefmoederlijk behandeld te worden.
Zoals alleen wethouder Lubbing dat kan, heeft hij met overtuiging verdedigd dat de ambtenaren zorgvuldig en met grote inzet zullen waken over het welzijn van de betroffen inwoners. Wij willen hem graag geloven. De bedoeling is goed, maar er blijven toch een paar vragen boven de problematiek hangen. We nemen er een, de andere volgen later.
Zo is het duidelijk dat de bijdrage van het rijk kleiner wordt terwijl het aantal “WMO-klanten” toe zal nemen. De wethouder spreekt dan van betere verdeling van middelen om zoveel mogelijk iedereen te kunnen helpen. In hoeverre dat gaat lukken is nog onbekend. Het stuk geeft aan dat er door deze nieuwe aanpak bezuinigd gaat worden. De kranten vertellen van de bezuinigingen van het rijk en de moeilijke taken die de betreffende minister moet uitvoeren.
De eerste vraag is waarom de burgers dus niet gewoon verteld wordt dat er noodzakelijkerwijs bezuinigd moet worden. Die zelfstandige voor zich zelf opkomende, volwassen burger, moet daarom door een moeilijke periode en een moeilijk veranderingsproces. Duidelijkheid is daarbij essentieel. Ja we moeten er aan geloven en dat begrijpen en opvangen wordt bevorderd door die duidelijkheid. Dat geldt ook voor mensen die hun baan verliezen, minder pensioen krijgen en of hun huis in waarde zien dalen. De inwoners die het toch allemaal niet zo geweldig vinden worden in feite nog bozer, wanneer hij of zij het gevoel krijgen dat ze met een halve waarheid “het riet ingestuurd worden”. Ook de WMO-raad vraagt om betere communicatie in haar commentaar op de voornemens van het college.
Wanneer we als politiek, dus ook het college, daar nu eens duidelijk over zijn, kunnen we ook de andere zaken, en met namen de operationele uitvoering van de plannen helder bespreken en uitleggen. Dat betekent dat we daar ook op aangesproken zullen worden. Dat impliceert dat we deze ontwikkeling en haar gevolgen van dichtbij moeten monitoren. Voorwaar een belangrijke taak van de Raad van Nieuwegein, die bij voorafgaande bijeenkomsten rondom de WMO soms niet opviel door grote belangstelling. Dat moet anders worden. Immers de problematiek is te omvangrijk om op basis van beleid op hoofdlijnen de ambtenaren alleen te laten worstelen met de uitvoering van alle details. Het is een probleem van ons allemaal. Ook de politiek krijgt het niet meer aangedragen.