Over plannen
Verleden week schreef ik over het begin van de nieuwe tijd volgens de Maya kalender en ik nam in het licht van dat verhaal en het gewirwar van onze (plaatselijke) overheden een eerste project onder de loep, te weten het GMP 2 plan. Dat is er een van bijna vijftig projecten waarmee de gemeente Nieuwegein althans op papier bezig of op andere wijze bij betrokken is. Sommige van die projecten zijn al jaren aan de gang. Sommige projecten zijn van recentere datum. Sommige projecten hebben goud geld gekost, andere zaken zijn van veel beperkter omvang.
De komende maanden zal ik een deel van die projecten in perspectief zetten. Enerzijds om u als lezer te herinneren wat er allemaal loopt en hoe het er nu voorstaat. Anderzijds zitten er projecten bij die vooral ook belangrijk zijn in het kader van de financiële positie van onze stad. Sommige projecten hebben namelijk grote financiële consequenties. En aangezien onze ooit zo rijke gemeente nu tegen grote schulden aankijkt, lijkt het verstandig die aspecten ook wat nader toe te lichten. Soms levert dat de vraag op waarom men allerlei projecten in afwachting van betere tijden niet gewoon de nek omdraait. Ook is er het vraagteken rond projecten die kennelijk ontstaan om de financiën van de gemeente te versterken. De vraag is dan ook of plannen om te bouwen in gebieden zoals Rijnhuijzen en in het park Oudegein verstandig zijn. Los van de economische omstandigheden van dit moment is het de bedoeling dat die bouw geld en bepaalde categorieën inwoners een passend huis oplevert. Goede doelstellingen maar lukt het ook? De tweede vraag is wat deze projecten de stad op de langere termijn gaan kosten in termen van stedelijke (woon) kwaliteit.
Deze stad is “dooraderd” door watertjes en groen zoals Johan Nebbeling verleden jaar november in een bijlage van Trouw schreef. Bezoekers van buiten zijn vaak positief verrast door al die kwaliteiten die Nieuwegein heeft. En de stad die nog volwassen moet worden begint vorm aan te nemen die met dezelfde zorgvuldigheid behandeld moet worden als Vreeswijk, de binnenstad, de parken en het groen. De Nieuwegeiners willen dat omdat ze ondanks hun gemopper uiteindelijk hun stad best prima vinden. Niks meer aan doen dus? Nee want de urgentie in de jaren zeventig veroorzaakt door de woningnood en de snelheid van het daarop volgende handelen, heeft ook wel zaken opgeleverd waar best aan verbeterd en veranderd mag worden. Zo zijn daar de Driften waar nu aandacht aan besteed wordt en Blokhoeve. En voor kenners van onze stad zijn er genoeg andere plekjes waar wel eens een nieuw verfje over mag. Maar een heleboel andere projecten gaan over zaken die voorlopig misschien best met rust gelaten mogen worden.
Rijnhuizen en het Park horen daar bijvoorbeeld toe. Wijkaanpak Jutphaas Wijkersloot misschien ook wel. Eerst maar eens kijken of die verwachte toekomstige groei en de wens van sommigen in Utrecht dat Utrechtse minimagezinnen naar Nieuwegein mogen of moeten, uit gaan komen.
Dan mensen die onze stad goed kennen, laten meedenken over de plannen. Dat kost minder en levert misschien veel meer op dan de langdradige rapporten van deskundigen uit ingenieursbureaus die geen enkele band met de stad hebben dan de “Facturenstroom en hun groeimodel”. De stad wordt volwassen. De bewoners ook. Uit al die Haagse bezuinigingsplannen blijkt steeds meer dat wij als inwoners steeds meer zelf moeten gaan doen. Wat mij betreft hoort de manier van verdere stadsontwikkeling daar ook bij! Dus niks dichtgetimmerde plannen op basis van expert rapportages voornamelijk bedoelt om de gewenste modellen aan te bevelen. Maar mensen die over hun stad nadenken en meepraten.
Dat is de nieuwe opgave van gemeenten in ons land. De gemeente gaat hoe dan ook in welzijn, zorg, jeugdzorg, participatie, enz., steeds meer als een onderneming denken. Laten we qua methode ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling daar ook maar bij betrekken. Dat zal wellicht minder projecten opleveren. Maar wellicht ook betere en belangrijkere ontwikkelingen naar voren halen. Het leven ook van de gemeentelijke organisatie gaat veranderen! En dat van de inwoners van onze stad ook! Het wordt dus minder: “De gemeente moet”, en veel meer: “Wat kunnen we met zijn allen”. Best opwindend allemaal en niet gemakkelijk, want moeten veranderen is in het algemeen een van de minst populaire bezigheden van mensen.