Het college heeft het plan van aanpak voor de vervanging van speeltoestellen vastgesteld. Voor de herinrichting van de speelplaatsen is een bedrag van € 300.000 beschikbaar gesteld door de gemeenteraad. Dit bedrag is niet voldoende om alle verwijderde speeltoestellen te vervangen.
De veiligheidseisen voor speeltoestellen zijn in 1997 aangescherpt in het Besluit Veiligheid attractie- en speeltoestellen. In 2002 zijn 168 speeltoestellen verwijderd die niet aan deze veiligheidseisen voldoen en die ook niet aan de nieuwe veiligheidseisen kunnen worden aangepast. In 2003 worden nog 79 speeltoestellen verwijderd. In het Plan van Aanpak staat dat omgevingen van scholen voorrang krijgen. Bij de besteding van het bedrag dat over is wordt gekeken naar:
Het aantal kinderen in een wijk. Dit is verdeeld in de leeftijdscategorieën ‘0 tot en met 9 jaar’ en ‘ouder dan 10 jaar’.
Het resterende aantal speeltoestellen per wijk, per leeftijdscategorie.
Met dit plan van aanpak voldoet het college aan de motie van de gemeenteraad van 17 december 2002. Hierin kreeg het college de opdracht om de raadscommissie RIM (Ruimtelijke inrichting en Milieu) op 4 februari 2003 te informeren over het stappenplan en de financiële consequenties van de herinrichting van speelplaatsen.
