Parkeren

‘Parkeren in Nieuwegein is sinds kort een belevenis.’ Zegt wethouder Reusch. Ik kreeg meteen heel veel zin om mijn auto te parkeren onder het Stadshuis of bij het nieuwe Theater. Voor beide garages hebben kunstenaars een lichtwand en een geluidslandschap ontworpen.

Ik was heel trots dat ik dat woord al kende van parkeergarage Cityplaza. Als je daar uit de lift stapt, hoor je de bijzondere geluiden van Nathalie Bruys. Op het bordje staat dat die ‘twinkelende geluiden de onderaardse ruimte een lichtvoetige toets geven.’ Op de site van de gemeente lees ik ‘dat de bezoekers in de garage vleugels krijgen mede omdat zij – omringd door beeld en geluid – bijna organisch de dichtstbijzijnde uitgang weten te vinden.’

Roosje Klap maakte lichtwanden met daarop letters ontleend aan verkeersborden uit de scheepsvaart en door woorden als VROOOM! TOETTOET en ZOEFF weet je meteen of je bij de goede opgang staat.
Ik ben sinds 2008 nooit meer verdwaald in de garage.

Ik moest vanmorgen even bij de schoenmaker zijn, omdat mijn hond voor de verandering zijn tanden had gezet in mijn tweedehands Marni schoenen. Ik was niet eens met de auto, maar ik kón gewoon niet wachten. Het okergele lichtkunstwerk in garage Stadshuis is van de Pool Flicinski.

Het heet ‘One man’s thougths are another man’s apples’, maar het ís een wapperend gordijn in de zon. Volgens Flicinski is een gordijn eigenlijk zo’n objectief voorwerp, dat geen verdere uitleg nodig heeft: “voor mij is het vooral interessant dat een gewone weergave van een simpel beeld zo abstract kan worden.” Ik puzzel nog steeds op de link tussen de titel van het werk en het wapperende gordijn, waarachter je volgens de kunstenaar zomaar galopperende paarden denkt te zien. Ik had dat niet.

De soundscape is van Spinvis. Hij kreeg de opdracht van de Gemeente toen hij net een Vlaamse film in vijf kanalen had afgemixt. Die zitten nu ook in de garage. Meer dan veertig geluiden spoelen als een golfstroom tussen de geparkeerde auto’s door. Er zijn vijf geluidszones: “je kunt een cello laten horen in de achterste zone, een tweede cello in de volgende en als alle lagen zijn gevuld en de muziek naar je is toegespoeld wordt de cello vervangen door bijvoorbeeld zingende kinderen. Tot de hele garage is gevuld met kinderstemmen.” Spinvis hoopt dat mensen hier vrolijk van worden, “dat ze een moment van geluk ervaren in de garage op weg naar hun auto.”

Ik hoorde hele andere geluiden in de garage. Er stond een apparaat dat een afgrijselijk lawaai produceerde, er waren bouwvakkers aan het werk en uit de ene radio klonk ‘Billie Jean’ van Michael Jackson en een andere radio speelde ‘Bloed, zweet en tranen’ van André Hazes. Lekkere nummers trouwens.
Op zoek naar de muziek wandelde ik door de garage, maar ik hoorde niets langs spoelen. Aan een schoonmaker vroeg ik of hij het wel eens gehoord had, een cello of kinderstemmen en of dat leek op zwembadgeluiden. Hij wist het niet, ik moest het aan de baas vragen. Die zat in zijn autootje te wachten tot de prullenbakken leeggehaald waren. Hij wist van niks.

Ik ben ook in parkeergarage het Theater gaan kijken naar de lichtgevende tijdreis die loopt van de Oerknal tot de Toekomst met de lift als tijdmachine. Poeh. Ik ben op alle etages geweest. Berend en Gwendolyn hebben er filmische soundtracks bij gemaakt, voor elke etage een andere.

Ik vind het eigenlijk heel jammer dat ik altijd op de fiets ga naar De Kom. Want wat had ik graag instinctief mijn weg naar de uitgang willen vinden langs beeld en geluid.

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren