Park Oudegein doorstaat tand des tijds

Na ruim 35 jaar verkeert het Nieuwegeinse stadspark Oudegein nog in puike conditie. Een historisch landgoed, een natuurlijke beplanting en een extensief beheer liggen daaraan ten grondslag. Met slechts kleine ontwerpcorrecties kan het geheim van Nieuwegein zo weer dertig jaar mee.

Tekst en foto’s Johan Nebbeling Hij schreef dit eerder voor Tuin&Landschap van oktober 2012.

Door de ramen van parkrestaurant Jacks Grillhouse werpt Harry Klinkhamer een blik naar buiten. Daar verleggen medewerkers van een aannemersbedrijf een fiets- en wandelpad. „Mijn laatste klus in Oudegein’’, zegt Klinkhamer, senior projectleider van het Team Groen van de gemeente Nieuwegein.

Klinkhamer, nu aan de vooravond van zijn pensioen, stond aan de wieg van het 90 ha grote park. Het ontwerp van Oudegein was een van zijn eerste projecten toen hij in 1976 als jonge ontwerper in dienst trad van de gemeente. „De combinatie van functies en de gevarieerde inrichting maken Park Oudegein tot een sterk ontwerp’’, constateert hij. „Het kan in zijn huidige vorm nog vele jaren mee.’’

Oudegein ligt in het hart van Nieuwegein, dat in 1971 ontstond uit een fusie tussen de dorpen Vreeswijk en Jutphaas. Nieuwegein was een groeikern: de nieuwe stad moest binnen enkele tientallen jaren uitgroeien tot een gemeente van 60.000 inwoners. „Maar’’, zegt Klinkhamer, „Nieuwegein moest leefbaar worden. Een groot stadspark zou daaraan bijdragen.’’

Zoektocht naar locatie
Over de locatie van het park werd gewikt en gewogen. Het iets noordelijker gelegen gebied de Doorslag had de beste papieren vanwege de uitgestrekte grienden en populierenbosjes. Bovendien was de slappe veenachtige grond er eigenlijk nietgeschikt voor woningbouw.

Landgoed Oudegein was een andere optie. Een groot deel van het gebied had al een parkachtige inrichting. Het bestond uit een kasteel temidden van een park, weidevelden, grienden en landerijen. Met die basisingrediënten zou het gebied relatief makkelijk kunnen worden uitgebouwd tot een stadspark. Maar anders dan in de Doorslag was de grondslag in Oudegein wel geschikt voor woningbouw.

Klinkhamer: „De keuze voor Oudegein was een keuze voor kwaliteit. We konden er een mooier, aantrekkelijker en gevarieerder park aanleggen dan in de Doorslag. Hoewel eigenlijk ongeschikt voor woningbouw werd de Doorslag dus toch een bouwlocatie. Met als gevolg dat de gemeente extra kosten moest maken om de grond geschikt te maken.’’

Het masterplan voor het park was een coproductie van Bureau Snelder – dat inmiddels is opgegaan in Landschappartners, gevestigd in De Meern – en de gemeente. Het was een samensmelting van een landschappelijk, een ecologisch en een recreatief model. Klinkhamer: „Het gebied telde tal van fraaie landschappelijke elementen,zoals populierenbosjes, grienden en laanbeplantingen. Die elementen wilden we behouden, ook vanwege de ecologische waarde. Maar we vonden recreatie ook belangrijk voor de toekomstige inwoners van Nieuwegein.’’

Verborgen wandelpaden
De driedeling vormt nog altijd de ruggengraat van het park. Grote stukken hebben het karakter van een landschapspark met het kasteelterrein als centrum. Hier staan oude en hoge bomen langs lanen en slingeren zich half verborgen wandelpaden door bosschages. In andere delen hebben natuur en ecologie de overhand; hier liggen oude grienden en boomgaarden en zijn de langgerekte historische kavelstructuren goed zichtbaar. Hier bevindt zich ook het ’natuurkwartier’ met het Milieu Educatief Centrum, de kinderboerderij IJsselstee en het historisch museum Warschenhoeck.

Elders is het park meer gericht op recreatie. Oudegein bevat een sportcomplex, verschillende grote vis- en kanovijvers, speel- en ligweiden en een schaatsbaan. Een grote speelheuvel is opgeworpen uit de aarde van de uitgegraven vijvers. „Park Oudegein heeft zijn eigen watersysteem, dat niet in verbinding staat met water in de rest van de gemeente. Dit om vervuiling te voorkomen’’, legt Klinkhamer uit.

Geen plantsoen
Door het park slingeren zich wandel- en fietspaden. En, tot ergernis van Klinkhamer, een weg. „Die hóórt daar niet. Maar we ontkwamen er niet aan. Het is een wijkontsluitingsweg. We hebben het profiel zo laag mogelijk gehouden, zodat de weg niet al te zeer zou storen.’’

Opvallend afwezig in Oudegein zijn bloemperken en vasteplantenborders. Wel aanwezig zijn wetlands, rietkragen en oude fruitboomgaarden. Een bewuste keuze, zegt Klinkhamer. „Oudegein is geen plantsoen: die hebben we in Nieuwegein genoeg. In het stadspark overheerst de natuur.’’ Er wordt slechts beperkt gemaaid, gesnoeid en gebaggerd. Het extensieve beheer draagt bij aan de natuurlijke uitstraling.

Dat is ook precies wat programmamedewerker Hanneke Schreuders van de onafhankelijke Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) zich herinnert van haar eerste bezoek. „Ik vond het veel meer een bos dan een park.’’ Schreuders werkt aan ’Where life swirls’, een experimentenprogramma voor verbetering van de publieke ruimte. Oudegein is een van de acht gebieden die hiervoor zijn geselecteerd. Andere projecten zijn onder meer de oever van de Oude Maas in Hoogvliet en de Grote Markt in Groningen.

„In mei 2010 hebben we met een groep deskundigen Oudegein bezocht. We waren allemaal overdonderd door de schoonheid en de kwaliteiten van het park’’, zegt Schreuders.

De eindrapportage van de SEV weerspiegelt die verwondering. „Welke new town heeft een stadspark van zo’n omvang en kwaliteit?’’, is te lezen in het voorwoord, dat spreekt over ’het geheim van Nieuwegein’.

In zichzelf gekeerd
Maar Oudegein, merken de SEV-deskundigen op, heeft ook een paar minpuntjes. Het park is door een ’groene wand’ van bomen en bosschages afgeschermd van de omgeving en daardoor nogal in zichzelf gekeerd. Het is bovendien vrijwel geheel omsloten door wegen en waterlopen en eigenlijk alleen toegankelijk via bruggen, viaducten en tunnels.

Mede door deze factoren is park Oudegein relatief onbekend. Zelfs op de mooiste zomerdagen blijft het aantal bezoekers beperkt. De boodschap van het SEV-rapport: Oudegein heeft de potentie om uit te groeien tot hét stadspark van Nieuwegein.

Dat vindt ook de gemeente, die graag ziet dat het park meer gaat leven – in Nieuwegein en daarbuiten. In de gemeentelijke structuurvisievoor 2030 speelt het park een prominente rol. De gemeente wil het park gebruiken als PR-instrument.

Finetuning
Het park hoeft volgens de SEV-deskundigen niet op de schop. Finetuning volstaat. Zo kunnen de toegangen duidelijker zichtbaar en herkenbaar worden gemaakt, wellicht door er echte poorten (’naar het idee van middeleeuwse stadspoorten’) van te maken. Ook kan een betere verbinding worden gemaakt met de nieuwe binnenstad, die verrijst aan de overkant van de rivier de Hollandsche IJssel, de noordwestgrens van het park. Verder kan het gebruik van het park worden bevorderd door meer en andere activiteiten te organiseren. Burgemeester en wethouders hebben kennis genomen van de bevindingen en aanbevelingen van de SEV en komen binnenkort met een voorstel, laat een woordvoerster weten.

Als ambtenaar zal Harry Klinkhamer daar niet meer bij betrokken zijn. Maar als inwoner van Nieuwegein hoopt hij nog lang van park Oudegein te kunnen genieten. „Het is en blijft een sieraad voor de stad.’’

Twee keer het Vondelpark
Park Oudegein is met ongeveer 90 ha twee keer zo groot als het Amsterdamse Vondelpark. Het park ligt vrijwel midden in Nieuwegein en is door wegen en water van de omliggende bebouwing gescheiden. Rond het kasteel Oudegein heeft de familie De Geer, die het grootste deel van haar grond aan de gemeente heeft verkocht, enkele woningen op privégrond laten bouwen.

Oudegein is aangelegd in fasen; de eerste fase ging in 1977 van start, de laatste – de aanleg van het Natuurkwartier – werd in 2010 opgeleverd. Kort geleden is groot onderhoud gepleegd. Onder meer zijn fiets- en voetpaden vernieuwd.

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren