Afgelopen woensdag besprak de Raad de brief van het college, met als in-houd een aanzet tot het oplossen, lees ‘hanteerbaar maken”, van de pro-blemen met de Roma in Nieuwegein. Zij kwamen zo’n dertig jaar geleden in Nieuwegein en heetten toen nog gewoon zigeuners, een naam die ze zelf afwijzen. Nu kan je het etiket wel veranderen, maar dat heeft weinig invloed op de lading. Deze door de eeuwen heen vervolgde groep heeft onafhankelijkheid en haar eigen gang gaan hoog in het vaandel. Het één is waarschijnlijk voor een groot deel het gevolg van het ander en maakt dat de groep alleen elkaar vertrouwt en zich vanuit dat bolwerk afzet tegen de rest van hun leefomgeving. Toch zijn ook zij Nieuwegeiners. Voeg daar aan toe dat er een opleidingsachterstand is en dat ze als groep zodanig gestigmatiseerd zijn dat niemand eigenlijk met ze van doen wil hebben, wat ook een stigma is. En zo heeft u een beginnend beeld van de problematiek die voor ons ligt en die al dertig jaar duurt.De recente problemen in twee Nieuwegeinse horecabedrijven waren de aanzet om vanuit de gemeente een aantal stevige maatregelen aan te kondigen. De Nieuwegeinse horeca en overige middenstand ondervinden al jaar en dag allerlei problemen met deze specifieke groep. Het optreden van overheden, o.a, politie, laat daarbij veel te wensen over. Onhandig optreden in de pers was misschien de uiteindelijke druppel die de emmer deed overlopen. En opeens is daar een aanzet tot een plan, verwoord in een stevige brief, waarin niet om de problemen heen gepraat wordt en een aantal maatregelen wordt aangekondigd.Zoals te doen gebruikelijk bij de overheid wordt er dan een breed scala aan instanties opgevoerd die, binnen nog vast te stellen kaders, elk hun taken zullen uitvoeren. Drang en dwang horen dan ook tot de mogelijkheden. Vooral het schoolverzuim is een doorn in het oog en daar zal stevig aan gewerkt worden. Een reeks andere maatregelen moet bijdragen aan mogelijkheden voor de Roma om reguliere arbeid te verwerven, of ondersteuning bieden bij andere (ook financiële) problemen. Op zich was de brief niet verkeerd, alhoewel het ook bij de overheid moeilijk blijkt te zijn om binnen al die kaders ook de mogelijkheden die de Roma zelf hebben, te verwerken. Dertig jaar “trachten” heeft ook bij ons haar sporen achter gelaten.De Raad was vrij eensgezind en slaagde er grotendeels in om het “elkaar vliegjes af te vangen” te beperken. Een motie van een groot aantal partijen die het college aanspoorde om voortvarend te werk te gaan, haalde een grote meerderheid. Een veel aardiger motie van een ander partij haalde het niet. De intenties waren misschien beter, maar de bewoording zorgde voor afkeur.En nu? Positief was de aanwezigheid van een groot aantal Roma op de publieke tribune. De discussie met raadsleden in de pauze zou een aanleiding kunnen zijn om daar mee door te gaan. De oproep tot respect werd door de meeste partijen overgenomen. De intense oproep tot naastenliefde van een van de christelijke partijen was indrukwekkend. Het verder be-spreken van de aangekondigde methode ”Wisselgeld”, misschien met de Roma erbij viel in goede aarde. Maar dan? Zoals er ook gesteld werd: “gaan we nu na dertig jaar opeens de juiste methode toepassen?”De gemeente stelt dat de aanpak een langdurige inspanning vraagt. Dat is juist. Indringend is de vraag of we nu andere wegen weten te bewandelen en of we daarmee misschien meer effect kunnen behalen? Daar hoort een degelijke analyse bij van wat we willen bereiken. Het handhaven combi-neren met zorg, levert misschien mogelijkheden op. Maar de kern is “respect”. De Roma-gemeenschap leren respect te hebben voor de overheid en mijn en dijn is het moeilijkste, want het vraagt om bijna foutloos reageren en handelen naar een groep die bereid is om te provoceren en de zwakke kanten te zoeken. Elke vergissing zet het proces dan terug. In de Roma-gemeenschap verdien je waarschijnlijk juist respect wanneer je de overheid en de maatschappij gebruikt in plaats van respecteert. Hoe kun-nen ze anders? Ze hebben van buitenaf nooit respect ontvangen.Wanneer we eens beginnen ze als medelanders te zien en met ze te praten. Niet eenvoudig wel mogelijk, maar geduld en veel luisteren zijn kernwoorden. Wanneer we begrijpen dat diegene die onze kant opkomen binnen de eigen groep allerlei problemen kunnen verwachten. Wanneer we de wijsheid hebben om dan hulp te bieden. Wanneer we binnen onze eigen groep de afkeer en het scepticisme te lijf durven gaan. Dan gaan we stapje voor stapje vooruit. En dan heeft die leerplichtambtenaar vanzelf ook minder werk. Kortom naar de kern in plaats van op de symptomen te blijven hangen. Hoe moeilijk dat ook is en hoeveel tijd het ook kost.